Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configuratie Van De Red-3 Adressen; Configuratie Van De Red-5-Adressen; Extra Module; Mu Van De Red-5 Configureren - bulex MiPro R Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MiPro R:
Inhoudsopgave

Advertenties

7 Bedienings- en weergavefuncties
tijd. De bijstookverwarming is van de sortering uitgeslo-
ten.
7.2.32 Aansturingsvolgorde van de cascade
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Aan-
stuurvolgorde
Met deze functie kunt u aflezen in welke volgorde de
systeemthermostaat de warmteopwekkers aanstuurt. De
bijstookverwarming is niet betroffen van de volgorde van
de aansturing en wordt daarom niet weergegeven.
7.3
Configuratie van de RED‑3 adressen
7.3.1
In- en uitgangen van de RED-3 configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-3,
adr.1 → Configuratie
Met deze functie configureert u, welke in- en uitgangen
u kunt gebruiken en welke functies de in- en uitgangen
hebben.
Elke configuratie heeft een eenduidige instelwaarde die u in
de functie Configuratie moet invoeren. De instelwaarde en
de klemmenbezetting bij het geselecteerde systeemschema
kunt u in het boek met systeemschema's Configuratie sys-
teemschema (→ Pagina 12) terugvinden.
Aansluiting van de actoren en sensoren op RED‑3
(→ Pagina 32)
7.3.2
Multifunctionele uitgang van de RED‑3
configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-3,
adr.1 → RED-3 multif. uitg.
Met deze functie kunt u instellen, met welke functionaliteit
de multifunctionele uitgang bezet moet worden.
Aansluiting van de actoren en sensoren op RED‑3
(→ Pagina 32)
De functie RED-3 multif. uitg. verschijnt niet op het display,
als door de systeemconfiguratie de functionaliteit van de
multifunctionele uitgang is vastgelegd.
7.4
Configuratie van de RED‑5-adressen
7.4.1
In- en uitgangen van de RED-5 configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-5 →
Configuratie
Met deze functie configureert u, welke in- en uitgangen
u kunt gebruiken en welke functies de in- en uitgangen
hebben.
Elke configuratie heeft een eenduidige instelwaarde die u in
de functie Configuratie moet invoeren. De instelwaarde en
de klemmenbezetting bij het geselecteerde systeemschema
kunt u in het boek met systeemschema's Configuratie sys-
teemschema (→ Pagina 12) terugvinden.
Aansluiting van de sensoren aan RED‑5 (→ Pagina 32)
Aansluiting van de actoren aan RED‑5 (→ Pagina 32)
14
7.4.2
Multifunctionele uitgang van de RED‑5
configureren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Config.RED-5 →
Configuratie
Met deze functie kunt u instellen, met welke functionaliteit
de multifunctionele uitgang bezet moet worden.
Aansluiting van de sensoren aan RED‑5 (→ Pagina 32)
Aansluiting van de actoren aan RED‑5 (→ Pagina 32)
Als u bij de RED‑5 de configuratie 3 (Configuratie) ingesteld
hebt, dan mag u TV-reg. niet instellen.
De functie RED-5 multif. uitg. verschijnt niet op het display,
als door de systeemconfiguratie de functionaliteit van de
multifunctionele uitgang is vastgelegd.
7.5

Extra module

7.5.1

Multifunctionele uitgang configureren

Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module →
Multifunc. uitg. 2
U kunt de multifunctionele uitgang 2 gebruiken om de
circulatiepomp, de ontvochtiger of de legionellabescher-
mingspomp aan te sturen.
Afhankelijk van het vastgelegde systeemschema is de multi-
functionele uitgang 2 met een enkele functie opgegeven of u
kunt een functie uit een selectie van twee of drie functies in-
stellen.
7.5.2
Uitgangsvermogen van de extra CV-ketel
instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module →
Uitg. extra verw.
Als u een Genia Air heeft aangesloten, dan kunt u deze
functie Uitg. extra verw. gebruiken. Met deze functie
stelt u de stand (max. uitgangsvermogen) in, waarmee
de extra CV-ketel bij een warmteaanvraag mag werken.
U kunt de extra CV-ketel in drie verschillende standen (uit-
gangsvermogens) gebruiken.
7.5.3

Multifunctionele ingang configureren

Installateurniveau → Systeemconfig. → Extra module →
Multifunct. ing.
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u de func-
tie Multifunct. ing. gebruiken. Daarvoor vraagt de sys-
teemthermostaat de ingang van de warmtepomp op.
Ingang bij de Genia Air is: ME
Als op de ingang van de warmtepomp een signaal aanwezig
is, dan zijn de volgende functies mogelijk.
n.gebr.: de systeemthermostaat activeert geen functies. De
systeemthermostaat negeert het aanwezige signaal.
1xcirc.: de gebruiker heeft op de toets voor de circulatie
gedrukt. De systeemthermostaat stuurt de circulatiepomp
voor een korte periode aan.
PV: de aangesloten fotovoltaïsche installatie genereert over-
tollige stroom, die voor de CV-installatie gebruikt moet wor-
den. De systeemthermostaat activeert het laden van het buf-
fervat in het CV-circuit. Daarbij wordt het buffervat met de
aanvoertemperatuur en de Offset voor buffervat instellen
Installatiehandleiding MiPro R 0020243678_01

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0020231584

Inhoudsopgave