beschikbare functie
Syst. aanvoertemp. aflezen
Werk. temp. aflezen
Status aflezen
BT uitschakelgr. instellen
Binnencompensatie activeren
Stooklijn instellen
Min. tempratuur instellen
Max. temperatuur instellen
Koelen mogelijk instellen
Dauwpuntbewaking activeren
Offset dauwpunt instellen
BT koelen beëind. instellen
Min. gew.aanv.w. koe instellen
Status ext. warmteb. aflezen
Vorstbeveiliging instellen
Gew. aanvoert. hoog instellen
Gew. aanvoert. laag instellen
E
Overzicht van de foutmeldingen en storingen
E.1
Foutmeldingen
In de tabel in kolom 1 verschijnt achter sensor een $‑teken. Het $‑teken is een wildcard voor het nummer van de sensor.
Het %‑teken achter verschillende componenten is een wildcard voor het adres van de component. De systeemthermostaat
vervangt op het display in beide gevallen de tekens door de concrete sensor resp. het concrete adres.
Melding
Cascades niet ondersteund
Combinatie RED-3 en RED-5
niet toegestaan
Communicatiefout RED-3 %
Communicatiefout RED-5
Configuratie niet correct Ge-
niaSet
Configuratie niet correct RED-
5 multif. uitg.
Configuratie niet correct RED-
3
RED-3 ontbreekt voor dit sys-
teem
Fout kamertemperatuursen-
sor
Sensorfout S $ RED-3%
Sensorfout S $ RED-5
Fout zonnepomp %
Fout extra module
Communicatiefout warmteop-
wekker %
0020243678_01 MiPro R Installatiehandleiding
Instelling functie Soort circuit
Verwarmen
Direct circuit
x
–
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
–
–
Mogelijke oorzaak
Verkeerd geselecteerd sys-
teemschema
RED‑3 en RED‑5 gecombineerd
aangesloten
Kabel defect
Stekkerverbinding niet correct
Kabel defect
Stekkerverbinding niet correct
Foutief aangesloten module
RED‑3
Verkeerd gekozen instelwaarde
voor de multifunctionele uitgang
Foutieve instelwaarde voor de
RED‑3
Ontbrekende module RED‑3
Kamertemperatuurvoeler defect
Sensor defect
Sensor defect
Storing van de zonnepomp
Kabel defect
Stekkerverbinding niet correct
Kabel defect
Stekkerverbinding niet correct
Poolcircuit
Mengcircuit
–
–
x
x
x
x
x
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
–
x
x
x
–
x
–
x
–
x
Maatregel
▶
Stel het correcte systeemschema in dat cascades bevat.
▶
Sluit ofwel de RED‑3 of de RED‑5 aan.
▶
Vervang de kabel.
▶
Controleer de stekkerverbinding.
▶
Vervang de kabel.
▶
Controleer de stekkerverbinding.
▶
Sluit de module RED‑3 volgens het juiste systeemschema
aan.
▶
Stel in de functie RED-5 multif. uitg. de instelwaarde in die bij
de aangesloten component aan de MU van de RED‑5 past.
▶
Stel de correcte instelwaarde voor de RED‑3 in.
▶
Sluit de module RED‑3 aan.
▶
Vervang de afstandsbediening.
▶
Vervang de sensor.
▶
Vervang de sensor.
▶
Controleer de zonnepomp.
▶
Vervang de kabel.
▶
Controleer de stekkerverbinding.
▶
Vervang de kabel.
▶
Controleer de stekkerverbinding.
Bijlage
Vaste waarde-
circuit
–
x
x
x
–
–
–
–
–
–
–
–
–
x
–
x
x
33