7.2.4
Adaptieve stooklijn activeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Adap-
tieve stooklijn
–
Met deze functie kunt u een automatische stooklijn acti-
veren.
Als u deze functie met de instelwaarde Ja geactiveerd hebt,
dan stelt de systeemthermostaat automatisch de stooklijn
bij. De automatische aanpassing van de stooklijn gebeurt
in kleine stappen. Stel de stooklijn met de functie Stooklijn
voor het gebouw passend in, zodat de functie Adaptieve
stooklijn nog de fijne aanpassing moet uitvoeren.
Voorwaarde is:
–
Een evt. beschikbare afstandsbediening is in de woon-
ruimte gemonteerd
–
De systeemthermostaat of evt. de afstandsbediening
is in de functie Zonetoewijzing aan de correcte zone
toegewezen.
–
Bij de functie Binnencompensatie is de waarde Ther-
mos. of Compen. gekozen.
7.2.5
Actuele kamerluchtvochtigheid aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Act.
kamerl.vocht.
–
Met deze functie kunt u de actuele kamerluchtvochtigheid
aflezen. De kamerluchtvochtigheidsvoeler is in de sys-
teemthermostaat ingebouwd.
7.2.6
Actueel dauwpunt aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Actu-
eel dauwpunt
–
Met deze functie kunt u het actuele dauwpunt aflezen.
Het actuele dauwpunt wordt berekend uit de actuele kamer-
temperatuur en de actuele kamerluchtvochtigheid. De waar-
den voor de berekening van het actuele dauwpunt krijgt de
systeemthermostaat van de kamertemperatuurvoeler en de
kamerluchtvochtigheidsvoeler.
Daarvoor moet de systeemthermostaat aan een zone zijn
toegewezen. De thermostaatfunctie moet geactiveerd zijn.
7.2.7
Hybridemanager vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Hy-
bride manager
–
Met deze functie kunt u vastleggen met welke hybri-
demanager de verwarmingsinstallatie geregeld moet wor-
den.
Trival.p.: de prijsgerichte hybridemanager zoekt de warmte-
opwekker op basis van de ingestelde tarieven in verhouding
tot de warmtevraag.
Bival.p.: de bivalentiepunthybridemanager zoekt de warmte-
opwekker op basis van de buitentemperatuur.
7.2.8
Automatische koeling activeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem →
Autom. koeling
–
Met deze functie activeert of deactiveert u de automati-
sche koeling.
0020243678_01 MiPro R Installatiehandleiding
Bedienings- en weergavefuncties 7
Als een warmtepomp aangesloten is en de functie Autom.
koeling geactiveerd is, dan schakelt de systeemthermostaat
automatisch tussen verwarmings- en koelbedrijf om.
7.2.9
Gemiddelde van de buitentemperatuur
aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → BT
gemiddelde
–
Met deze functie kunt u het gemiddelde van de buiten-
temperatuur aflezen. De systeemthermostaat meet gedu-
rende 24 uur de buitentemperatuur en berekent daaruit
het gemiddelde.
7.2.10 Bivalentiepunt verwarming instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Biva-
lentiep. verw.
–
Als bij de functie Hybride manager het bivalentiepunt
gekozen is, dan kunt u de functie Bivalentiep. verw.
gebruiken.
Bij lage buitentemperaturen ondersteunt een extra CV-ketel
de warmtepomp bij het voldoen aan de warmtevraag. Met
deze functie stelt u in, boven welke buitentemperatuur de
extra CV-ketel uitgeschakeld blijft.
7.2.11 Alternatiefpunt instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Alter-
natief punt
–
Als bij de functie Hybride manager het bivalentiepunt
gekozen is, dan kunt u de functie Alternatief punt ge-
bruiken.
De functie vormt het alternatieve punt. Altijd als de buiten-
temperatuur onder de ingestelde temperatuurwaarde ligt,
dan schakelt de systeemthermostaat de warmtepomp uit en
de extra CV-ketel voldoet in het CV-bedrijf aan de warmte-
vraag.
7.2.12 Bivalentiepunt warm water instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Biva-
lentiep. WW
–
Bij lage buitentemperaturen ondersteunt een extra CV-
ketel de warmtepomp bij het voldoen aan de warmte-
vraag voor de warmwaterbereiding. Met deze functie stelt
u in onder welke buitentemperatuur de extra CV-ketel
vrijgegeven is.
Onafhankelijk van de aangebrachte instelling wordt de extra
CV-ketel voor de legionellabescherming geactiveerd.
7.2.13 CV-keteltype vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Type
extra CV-ket.
–
Als bij de functie Hybride manager de optie Trival.p.
gekozen is, dan kunt u de functie Type extra CV-ket.
gebruiken.
Met deze functie kiest u het type warmteopwekker die be-
halve de warmtepomp nog in de CV-installatie is geïnstal-
leerd.
Opdat de warmtepomp en de extra warmteopwekker effec-
tief en afgestemd kunnen werken, moet u de desbetreffende
warmteopwekker selecteren. Bij een foute instelling van de
11