7 Bedienings- en weergavefuncties
warmteopwekker kunnen verhoogde kosten voor de gebrui-
ker ontstaan.
7.2.14 Temperatuur bij uitval van de warmtepomp
instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Temp.
noodbedrijf
–
Als een warmtepomp aangesloten is, dan kunt u de func-
tie Temp. noodbedrijf gebruiken.
Bij een uitval van de warmtepomp voldoet de extra CV-ketel
aan de warmtevraag. Om hogere verwarmingskosten door
de extra CV-ketel te vermijden, stelt u de aanvoertempera-
tuur laag in.
De gebruiker merkt een warmteverlies en herkent dat er een
probleem aan de warmtepomp is. Bovendien verschijnt op
het display een foutmelding van de warmtepomp en de ge-
bruiker kan selecteren welk CV-circuit de extra CV-ketel on-
dersteunt. Als de gebruiker de extra CV-ketel voor het vol-
doen aan de warmtevraag vrijgeeft, zet de systeemthermo-
staat de ingestelde temperatuur voor het noodbedrijf buiten
werking.
7.2.15 Componenten door het energiebedrijf
deactiveren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Ener-
giebed. gedeac.
–
Met deze functie kan de energieleverancier een deactive-
ringssignaal versturen.
Het deactiveringssignaal heeft betrekking op de warmte-
pomp, de extra CV-ketel en de verwarmings- en koelfuncties
van de installatie. U kunt vastleggen welke componenten en
functies de systeemthermostaat deactiveert. De vastgelegde
componenten en functies zijn gedeactiveerd tot de energiele-
verancier het deactiveringssignaal terugneemt.
De warmteopwekker negeert het deactiveringssignaal, zodra
de warmteopwekker zich in de vorstbeveiliging bevindt.
7.2.16 Soort ondersteuning extra CV-ketel kiezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Extra
CV-ket. voor
–
Met deze functie kunt u vastleggen, of de extra CV-ketel
de warmtepomp bij warm water, verwarmen of helemaal
niet moet ondersteunen.
–
WW: de extra CV-ketel ondersteunt de warmtepomp bij
de warmwaterbereiding en bij het verwarmen.
Voor de vorstbeveiliging of het ontdooien van de warmte-
pomp wordt de extra CV-ketel geactiveerd.
–
Verw.: de extra CV-ketel ondersteunt de warmtepomp bij
de warmwaterbereiding en bij het verwarmen.
Voor de legionellabescherming wordt de extra CV-ketel
geactiveerd.
–
WW+vw: de extra CV-ketel ondersteunt de warmtepomp
bij de warmwaterbereiding en bij het verwarmen.
–
inactief: de extra CV-ketel ondersteunt de warmtepomp
niet.
Voor de legionellabescherming, vorstbeveiliging of het
ontdooien wordt de extra CV-ketel geactiveerd.
Bij inactieve extra CV-ketel kan de CV-installatie niet voor
het comfort zorgen.
12
7.2.17 Temperatuur Koelen starten instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → BT
koelen starten
–
Met deze functie kunt u de koelstarttemperatuur instellen.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de ingestelde
koelstarttemperatuur, dan is de koelmodus mogelijk.
Koelen mogelijk activeren (→ Pagina 17)
7.2.18 Systeem aanvoertemperatuur aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Syst.
aanvoertemp.
Installateurniveau → Systeemconfig. → CV-CIRC1 → Syst.
aanvoertemp.
–
Met deze functie kunt u de actuele temperatuur, zoals
van de open verdeler, aflezen.
7.2.19 Configuratie systeemschema
Een systeemschema met bijbehorend bedradingsschema
vormt de basis voor elke CV-installatie.
Als u geen passend systeemschema in het bijgeleverde
boek met systeemschema's vindt, dan kunt u het passende
systeemschema en het bijbehorende bedradingsschema via
de Bulex internetpagina's downloaden.
7.2.20 Systeemschema vastleggen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Sys-
teemschema
–
Met deze functie legt u het systeemschema in de sys-
teemthermostaat vast.
In het boek met de systeemschema's bevinden zich voor-
beelden van systeemschema's die de systeemthermostaat
ondersteunt. Als u een passend systeemschema hebt ge-
vonden, voer dan het nummer van het systeemschema in de
functie in.
Instelwaarden voor systeemschema RED‑3 en RED‑5 (→
bijlage B)
7.2.21 Parallelle boilerlading (boiler en
mengklepcircuit) activeren
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Paral.
boilerlad.
–
Met deze functie kunt u voor het aangesloten mengcircuit
vastleggen dat tijdens een lading van de boiler het meng-
circuit verder verwarmd wordt.
Als de functie Paral. boilerlad. geactiveerd is, dan loopt tij-
dens het laden van de boiler de toevoer naar de mengcir-
cuits verder. Zolang de warmtevraag in het mengcircuit be-
staat, schakelt de systeemthermostaat de verwarmingspomp
in het mengcircuit niet uit. Het ongemengde CV-circuit wordt
bij een boilerlading altijd uitgeschakeld.
7.2.22 Maximale boilerlaadtijd instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Max.
boilerlaadt.
–
Als een warmtepomp aangesloten is, kunt u met deze
functie de maximale boilerlaadtijd instellen, waarin de
boiler zonder onderbreking geladen wordt.
Installatiehandleiding MiPro R 0020243678_01