7 Bedienings- en weergavefuncties
Verder zijn alle sensoren en actoren weergegeven die in
deze CV-installatie voorhanden moeten zijn of die optioneel
geïnstalleerd kunnen zijn. Aan de hand van de lijst kunt u
controleren of alle sensoren en actoren geïnstalleerd zijn.
Achter de sensoren kunnen verschillende gegevens staan.
–
OK: de systeemthermostaat heeft een sensor herkend.
–
??: de systeemthermostaat verwacht een sensor die niet
geïnstalleerd is.
–
--: de sensor is niet geïnstalleerd.
–
(Geen ingang): de systeemthermostaat kan niet controle-
ren of de sensor correct geïnstalleerd is.
–
aan: de ingang aan de klemmen van de externe warmte-
vraag is open.
–
uit: de ingang aan de klemmen van de externe warmte-
vraag is kortgesloten.
6.2.12 Installatieassistent afsluiten
Nadat u de installatiewizard doorlopen hebt, verschijnt op het
display Inst.wiz. beëindigd..
Systeem optimalisatie: de installatiewizard wisselt naar de
systeemconfiguratie van het installateurniveau, waarin u de
CV-installatie verder kunt optimaliseren.
Systeem Start: de installatiewizard wisselt naar de basis-
weergave en de CV-installatie werkt met de ingestelde waar-
den.
Sensor-/actortest: de installatiewizard wisselt naar de func-
tie sensor-/actortest. Hier kunt u de sensoren en actoren
testen uitbreidingsmodule voor sensor-/actortest selecteren
(→ Pagina 21).
6.3
Instellingen later wijzigen
Alle instellingen die u via de installatieassistent ingevoerd
hebt, kunt u later via het bedieningsniveau van de gebruiker
of het installateurniveau wijzigen.
Installateurniveau (→ Pagina 25)
Overzicht van de bedienings- en weergavefuncties (→ Ge-
bruiksaanwijzing, bijlage A)
7
Bedienings- en weergavefuncties
Aanwijzing
De in dit hoofdstuk beschreven functies zijn niet
beschikbaar voor alle systeemconfiguraties.
De systeemthermostaat beschikt over het niveau voor de
gebruiker en het niveau voor de installateur.
De instellings- en afleesmogelijkheden voor de gebruiker,
het bedieningsconcept en een bedieningsvoorbeeld zijn in
de bedieningshandleiding van de systeemthermostaat be-
schreven.
De instellings- en afleesmogelijkheden voor de installateur
vindt u door op de menutoets te drukken (min. 5 sec.) →
Code invoeren (96) → Op OK-toets drukken → Installateur-
niveau.
Als u de code niet kent, dan kunt u met behulp van de func-
tie Fabrieksinstelling (→ Pagina 10) de code wissen. Hierbij
gaan alle instelwaarden verloren.
10
Installateurniveau (→ Pagina 25)
U kunt vanuit elke willekeurig niveau naar het startscherm
van het installateurniveau wisselen door kort op de menu-
toets te drukken.
U gaat weer naar het startscherm van het gebruikersniveau
wanneer u op de menutoets drukt (min. 5 sec.) of het instal-
lateurniveau 5 minuten niet gebruikt.
De padopgave aan het begin van de beschrijving van een
functie geeft aan hoe u in de menustructuur naar deze func-
tie gaat.
De beschrijving van de functies voor ZONE1, CV-CIRC1
en Warmteopwekker 1 geldt plaatsvervangend voor alle
voorhanden zones, CV-circuits en warmteopwekkers. Als
een functie alleen geldt voor bepaalde zones, CV-circuits of
warmteopwekkers, dan staat dat genoteerd bij de functie.
7.1
Naar fabrieksinstelling terugzetten
Met deze functie kunt u alle instelwaarden terugzetten.
De beschrijving van de functie Fabrieksinstelling vindt u in
de gebruiksaanwijzing.
De communicatie tussen systeemthermostaat en ontvanger
mag niet onderbroken of gestoord zijn.
–
U bereikt het gebruikersniveau via Basisinstellingen →
Fabr.inst. resetten naar de functie.
–
U gaat direct naar de functie Fabrieksinstelling door de
afstandsbediening met een toets te activeren en dan min.
10 seconden lang beide pijltoetsen tegelijk ingedrukt te
houden.
7.2
Systeem
7.2.1
Systeemstatus aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Sys-
teemstatus
–
Met deze functie kunt u aflezen, in welke modus de CV-
installatie zich bevindt.
standby: de CV-installatie meldt geen warmtevraag.
Verw.b.: de CV-installatie bevindt zich in het CV-bedrijf voor
de CV-circuits.
Koelen: de CV-installatie bevindt zich in het koelbedrijf.
Warmw.: de CV-installatie bevindt zich in de verwarmings-
modus voor warm water in de boiler.
7.2.2
Vorstbescherming instellen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Ver-
trag. vorstbev.
–
Met deze functie kunt u de activering van de vorstbe-
scherming vertragen door een vertragingstijd in te stellen.
7.2.3
Softwareversie aflezen
Installateurniveau → Systeemconfig. → Systeem → Ther-
most.modules
–
Met deze functie kunt u de softwareversies van het
display, de warmteopwekker en van de uitbreidingsmo-
dules aflezen.
Installatiehandleiding MiPro R 0020243678_01