Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Jaarkalender; Vulmodus/Bedrijfsmodus; Opbouw En Functie; Collector (A) - AWB HelioSet 150 Installatievoorschrift

Verberg thumbnails Zie ook voor HelioSet 150:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.4.5 Jaarkalender

De regelaar is met een jaarkalender uitgerust, zodat een
automatische overschakeling van zomer- op wintertijd
mogelijk is. Voor de activering hoeft enkel op installateur-
niveau één keer de actuele datum ingevoerd te worden.
OPMERKING!
Gelieve er rekening mee te houden dat de
regelaar bij een stroomuitval slechts met een
gang-reserve van 30 minuten uitgerust is.
De interne klok blijft na 30 minuten staan en
de kalender loopt na het herstellen van de
spanningstoevoer niet verder. In dit geval
moet de tijd opnieuw ingesteld en de
actuele datum gecontroleerd worden.

4.4.6 Vulmodus/bedrijfsmodus

Om het snel vullen van de installatie na het inschakelen
van de collectorpomp te bereiken, is de regelaar met de
functie „Vulmodus" uitgerust. Telkens bij het inschakelen
loopt de pomp gedurende enige tijd in de vulmodus met
vastgelegd vermogen. De verschilregeling is gedurende
deze tijd niet actief, zodat de pomp ook bij het onder-
schrijden van de uitschakeldrempel niet uitgeschakeld
wordt. In stand 1 wordt de pomp gedurende 20 sec. met
het minimale vermogen gestuurd. Gedurende de volgende
20 sec. loopt de pomp in stand 2 op de middelste
vermogens stand (ca. 65 %). Daarna loopt de pomp in
stand 3 met 100 % van het vermogen gedurende de
resterende duur van de vulmodus. Na de vulmodus begint
de bedrijfsmodus. Om het vroegtijdig uitschakelen van de
collectorpomp bij geringe zonopbrengst te vermijden,
wordt de pomp eerst een tijd onafhankelijk van de verschil-
regeling met minimaal vermogen gebruikt. De duur van
de pompmodus legt uw installateur bij de installatie van
het zonne-energiesysteem vast. Na het verstrijken van
deze tijd bepaalt de verschilregeling de verdere looptijd
van de collectorpomp.

4.5 Opbouw en functie

Het AWB zonne-energiesysteem HelioSet is een thermisch
zonne-energiesysteem voor het opwarmen van water.
Bij stilstand van het zonne-energiesysteem loopt de
zonnesysteemvloeistof uit de collectoren en de leidingen
terug in de zonneboiler. Op deze manier wordt schade
door vorst of oververhitting aan het zonne-energiesysteem
vermeden. Aanvullende vorstbescherming wordt geboden
door het gebruik van een water-glycol-mengsel als
zonnesysteemvloeistof.
8
1 Aanvoerleiding zonne-energiesysteem
2 Koudwaterleiding
3 Regeling
4 Naverwarming dmv cv-ketel
5 Warmwaterleiding
6 Bovenste boilervoeler
7 Zonne-energiewarmtewisselaar
8 Onderste boilervoeler
9 Geïntegreerde zonne-energieleidingwerk
10 Veiligheidsventiel
11 Onderste vul-/aftapkraan
12 Collectorpomp
13 Bovenste vul-/aftapkraan
14 Retourleiding zonne-energiesysteem
15 Collector
16 Collectorvoeler
Fig. 4.5 hoofdcomponenten HelioSet HR150
(principeschets zonder aansluitaccessoires)
Het systeem bestaat uit drie hoofdcomponenten:
A: een collector
B: het geïsoleerde leidingwerk
C: de zonneboilereenheid met geïntegreerde pomp en
regeling

4.5.1 Collector (A)

Bij de collector gaat het om een platte collector met
serpentijnabsorber. Een in de collector bevestigde
collectorvoeler (16) meet de collectortemperatuur.
De platte collector beschikt over een zeewaterbestendig
aluminium frame en een kopervlakabsorber met selectieve
vacuüm-coating als ook zonveiligheidsglas. De collector
beschikt over een cfk-vrije, stilstandstemperatuur-
bestendige slakkenwolisolatie voor duurzame, uitstekende
warmte-isolatie.

4.5.2 Leidingwerk (B)

Het leidingwerk van het systeem bestaat uit de aanvoer-
(1) en de retourleiding (14). In het huis worden de
leidingen naast elkaar in een isolatie geïnstalleerd, die
eveneens nog een kabel voor de collectorvoeler (16)
omgeeft. Deze bouwgroep wordt ook „Zonnesysteem-
leiding 2 in 1" genoemd. Om de verbinding op het dak tot
4
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

B150Sr2.02

Inhoudsopgave