6.
Modellen met zijhendelversnelling en modellen met afstandsbediening – Zet de versnelling op
neutraal.
N
BELANGRIJK: Buitenboordmotoren met acculaadcapaciteit mogen niet gebruikt worden zonder dat de
accukabels op de accu aangesloten zijn. Dat kan het laadsysteem beschadigen.
7.
Draai de knop voor koudstartpomp/stationair toerental helemaal rechtsom om het stationair
motortoerental te verhogen.
8.
Koude motor – De knop voor koudstartpomp/stationair toerental één tot drie keer uittrekken en
indrukken voor voorinspuiting van de motor. Laat de knop bij het starten in de uitgetrokken stand
staan.
9.
Handmatig gestarte modellen – Trek eerst langzaam aan het startkoord totdat de startmotor aanslaat
en trek vervolgens snel om de motor te tornen. Laat het koord langzaam terugrollen. Herhaal dit tot de
motor aanslaat.
nld
BEDIENING
N
R
26838
F
3022
29026
29013
28586
31