FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
4.
Om de motor te laten zakken, zet u de knop van de opklapvergrendeling op de ontgrendelingsstand.
5.
Breng de buitenboordmotor tot de vrijgavepositie omhoog en laat de buitenboordmotor voorzichtig tot
de vooringestelde opklappositie zakken.
a
Gebruik in ondiep water
Er zijn drie (3) posities voor varen in ondiep water, waarbij de buitenboordmotor omhooggeklapt kan worden
om te voorkomen dat de bodem geraakt wordt.
1.
Verlaag het motortoerental tot stationair.
2.
Schakel de buitenboordmotor in neutraal of vooruit.
BELANGRIJK: Gebruik een laag toerental voor de buitenboordmotor bij gebruik in ondiep water en zorg dat
de waterinlaat onder water blijft.
3.
Kantel de buitenboordmotor omhoog tot een van de posities voor varen in ondiep water.
c
a -
posities voor varen in ondiep water
b -
vrijgavepositie
4.
Zorg dat de waterinlaat onder water is.
5.
Om de motor uit de stand voor varen in ondiep water te halen, stopt u de motor en klapt u de
buitenboordmotor op tot een van de vrijgaveposities.
nld
b
a -
b -
c -
c
28587
b
25
opklapvergrendeling op vergrendelde
stand
opklapvergrendeling op ontgrendelde
stand
indicator opklapbereik
a
28592