Principe van de bediening
Uw SmartLine-element is voorzien van
elektronische sensortoetsen. Deze rea-
geren op vingercontact. De sensortoets
Aan/Uit moet bij het inschakelen om
veiligheidsredenen iets langer worden
aangeraakt dan de overige toetsen.
Elke reactie van de toetsen wordt be-
vestigd met een akoestisch signaal.
Bij uitgeschakeld apparaat is alleen het
opgedrukte symbool voor de sensor-
toets Aan/Uit zichtbaar. Als u het ap-
paraat inschakelt, lichten ook andere
sensortoetsen op.
Storing door vuile en/of bedekte
sensortoetsen.
De sensortoetsen reageren niet of er
worden ongewenste schakelingen
uitgevoerd, eventueel wordt het ap-
paraat automatisch uitgeschakeld
(zie hoofdstuk: "Beveiligingen", para-
graaf: "Veiligheidsuitschakeling").
Hete pannen op de sensortoetsen/
displays kunnen de daaronder lig-
gende elektronica beschadigen.
Houd de sensortoetsen en displays
schoon, plaats er geen voorwerpen
op en ook geen hete pannen.
Bediening
25