9. Sluit de vermogenskabels aan
IEC-aansluitschema met afgeschermde kabels
L1
L2
L3
PE
4
2
1
(PE)
PE
(PE)
L1
L2
L3
1.
Twee beschermende aardegeleiders. De omvormerveiligheidsnorm
IEC/EN 61800-5-1 vereist twee PE-geleiders als de doorsnede van de
PE-geleider kleiner is dan 10 mm
beeld de afscherming van de kabel gebruiken als aanvulling op de
vierde geleider.
NEC-aansluitschema met symmetrisch afgeschermde kabel of leiding
Opmerking: NEC-installatie kan bestaan uit afzonderlijke geïsoleerde geleiders in een buis, afgeschermde VFD-kabel in een
buis, of afgeschermde VFD-kabel zonder leiding. Het normale gestreepte symbool (3) in dit diagram vertegenwoordigt de
afscherming van afgeschermde VFD-kabel. Hetzelfde vaste symbool (2) staat voor een leiding.
L1
L2
L3
PE
1
PE
L1
L2
L3
1.
Geïsoleerde aardegeleider in een leiding: Aard de aarde op de PE-
klem van de omvormer en op de aardingsbus van het
distributiepaneel. Voor een VFD-kabelinstallatie zie 4.
2.
Aardeleiding: Verbind de leiding met de kabelkast van de
omvormer en met de behuizing van het distributiepaneel. Voor een
VFD-kabelinstallatie zie 3.
Aansluitprocedure met VFD-kabel
Voor de aansluitprocedure met leidingen, zie
1.
Bevestig een waarschuwingssticker tegen restspanning op in de plaatselijke
taal.
2.
Frames R6 en R8: Verwijder de afdekking op de vermogenskabelklemmen.
Frame R8: Om de installatie te vergemakkelijken, kunt u de zijplaten
verwijderen.
UDC+
UDC-
T1/U T2/V T3/W
5
2
2
Cu of 16 mm
Al. U kunt bijvoor-
UDC+
UDC-
T1/U T2/V T3/W
2
5
3
Aansluitprocedure met leiding
2.
Gebruik een aparte aardekabel of een
kabel met een aparte PE-geleider voor de
lijnzijde, als het geleidingsvermogen van
de vierde geleider of de afscherming niet
voldoet aan de vereisten voor de PE-
geleider.
4
3.
Gebruik een aparte aardekabel voor de
motorzijde, als het geleidingsvermogen
van de afscherming niet voldoende is, of
3
als er geen symmetrisch geconstrueerde
PE-geleider in de kabel aanwezig is.
4.
360 graden aarding van de
kabelafscherming is vereist voor de
V1
motorkabel. Dit wordt ook aanbevolen
U1
W1
PE
voor de ingangsvoedingskabel.
M
3
5.
Installeer indien nodig een extern filter
(du/dt, common mode, of sinusfilter).
Filters zijn verkrijgbaar bij ABB.
3.
Afscherming van een afgeschermde VFD-
kabel: Aard de afscherming 360° onder de
aardingsklem van de omvormer, draai
vervolgens de aardegeleiders in elkaar en
4
sluit ze aan onder de aardklem van de
omvormer. Aard de afscherming ook 360°
aan het motoruiteinde, draai hem dan en
sluit hem aan onder de aardklem van de
motor. Voor een leidinginstallatie zie 2.
4.
Symmetrisch geconstrueerde
aardegeleiders binnen een afgeschermde
VFD-kabel: Twist samen, combineer met de
4
afscherming en sluit aan onder de aardklem
V1
van de omvormer en onder de aardklem van
U1
W1
de motor. Voor een leidinginstallatie zie 1.
PE
M
3
5.
Installeer indien nodig een extern filter
(du/dt, common mode, of sinusfilter).
Filters zijn verkrijgbaar bij ABB.
Opmerking: Alle openingen in de omvormerbe-
huizing moeten worden afgesloten met UL-
genoteerde inrichtingen met dezelfde typeaan-
duiding als het omvormertype.
.
4