5.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
F
NB: Vul het brandstofsysteem als volgt als een nieuwe motor voor de eerste maal wordt gestart, of bij een
motor die zonder brandstof heeft gelopen of als de brandstof is afgetapt:
Zet het contactslot ongeveer een minuut lang op de stand ON (AAN). Hierdoor wordt de brandstofhevelpomp
in werking gesteld. Draai het contactslot terug naar OFF (UIT) en vervolgens opnieuw een minuut lang naar
ON (AAN). Draai het contactslot weer terug naar OFF (UIT). Het vullen van het brandstofsysteem is nu voltooid.
6.
Starten met de contactsleutel – Draai de contactsleutel naar START en laat dan los. Het elektronisch
startsysteem zal de motor automatisch tornen om deze te starten. Als de motor niet aanslaat, stopt het
tornen. Draai de sleutel nogmaals naar START totdat de motor aanslaat.
7.
Controleer nadat de motor is gestart of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de
waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet u de motor af en controleert u
of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of
dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor
door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt in oververhitte toestand loopt hij schade op.
BEDIENING
N
R
F
3413
N
R
3485
15301
64
3417