FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
Buitenste
bakboordmotor
Draaiend
Draaiend
Uit
(contactschakelaar
ingeschakeld)
Als de buitenste stuurboordmotor tijdens het varen wordt uitgezet, wordt de binnenste stuurboordmotor naar
neutraal/stationair geforceerd. U kunt de werking van de binnenste motor herstellen door de contactschakelaar
van de buitenste stuurboordmotor eerst op 'aan' te zetten en daarna de bedieningshendel voor stuurboord terug
naar neutraal en vervolgens weer in versnelling te zetten. Het toerental en de versnelling van de binnenste motor
worden dan geregeld door de bedieningshendel aan stuurboord.
Als de buitenste bakboordmotor tijdens het varen wordt uitgezet, wordt de binnenste bakboordmotor naar
neutraal/stationair geforceerd. U kunt de werking van de binnenste motor herstellen door de contactschakelaar
van de buitenste bakboordmotor eerst op 'aan' te zetten en daarna de bedieningshendel voor bakboord terug
naar neutraal en vervolgens weer in versnelling te zetten. Het toerental en de versnelling van de binnenste motor
worden dan geregeld door de bedieningshendel aan bakboord.
Het afzetten van een van de middelste motoren tijdens het varen zal geen invloed hebben op de werking van
de buitenste motoren.
Als zich een storing voordoet tijdens het varen waardoor een van de buitenste stuurboordmotoren gedwongen
in neutraal of stationair gezet is, wordt ook de binnenste stuurboordmotor gedwongen in neutraal/stationair
gezet. De binnenste motor gaat weer normaal functioneren als de bedieningshendel aan stuurboord eerst in
neutraal wordt gezet en daarna terug in versnelling.
Als zich een storing voordoet tijdens het varen waardoor een van de buitenste bakboordmotoren gedwongen in
neutraal of stationair gezet is, wordt ook de binnenste bakboordmotor gedwongen in neutraal/stationair gezet.
De binnenste motor gaat weer normaal functioneren als de bedieningshendel aan bakboord eerst in neutraal
wordt gezet en daarna terug in versnelling.
Binnenste
bakboordmotor
stuurboordmotor
Draaiend
Draaiend
Uit
Uit
Draaiend
Draaiend
Binnenste
stuurboordmotor
Uit
(contactschakelaar
uitgeschakeld)
Draaiend
Uit
(contactschakelaar
ingeschakeld)
52
Buitenste
bedieningshendel
Gasklep en
schakelen binnenste
stuurboordmotor =
geregeld door
bedieningshendel
bakboord
Gasklep en
schakelen buitenste
bakboordmotor =
geregeld door
bedieningshendel
bakboord
Gasklep en
schakelen buitenste
stuurboordmotor =
geregeld door
bedieningshendel
stuurboord
Gasklep en
schakelen binnenste
bakboordmotor =
geregeld door
bedieningshendel
bakboord
Gasklep en
schakelen binnenste
stuurboordmotor =
geregeld door
bedieningshendel
stuurboord
Functie