Tuner
Inleiding tot bediening van de
geavanceerde tunerfuncties
1
1 Functiedisplay
Deze toont de functienamen.
1
Druk op de toets A.MENU om MENU
weer te geven.
MENU verschijnt op het display.
2
Raak FUNCTION aan om de namen van
de functies weer te geven.
De functienamen worden weergegeven en de
functienamen die u kunt selecteren zijn ge-
markeerd.
# Raak BACK aan om terug te keren naar het vo-
rige display.
# Raak ESC aan om terug te keren naar het fre-
quentiedisplay.
Opmerking
Als u niet binnen ongeveer 30 seconden een
functiehandeling uitvoert, gaat het display auto-
matisch terug naar de frequentieweergave.
Op sterke signalen afstemmen
Met de functie voor automatisch afstemmen
op lokale zenders kunt u het toestel uitsluitend
laten afstemmen op zenders met een signaal
dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst.
1
Raak LOCAL aan op het functiemenu.
2
Raak a aan om het automatisch af-
stemmen op lokale zenders in te schake-
len.
# Raak b aan om automatisch afstemmen op
lokale zenders uit te schakelen.
3
Raak c of d aan om de gevoeligheid in
te stellen.
Er zijn vier gevoeligheidsniveaus voor FM en
twee voor MW/LW:
FM: 1234
MW/LW: 12
De 4-instelling zal alleen afstemmen op de al-
lersterkste zenders, terwijl er bij lagere instel-
lingen ook afgestemd zal worden op steeds
zwakkere zenders.
Frequenties van de sterkste
zenders opslaan
Met de functie BSM (geheugen voor de sterk-
ste zenders) kunt u automatisch de zes sterk-
ste zenders laten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen P1P6, zodat u later met
een druk op de juiste toets kunt afstemmen op
één van de opgeslagen frequenties.
% Raak BSM op het functiemenu aan om
BSM (Best Stations Memory) in te schake-
len.
BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,
worden de zes sterkste zenderfrequenties op-
geslagen onder voorkeuzetoetsen P1P6 in
de volgorde van de sterkte van het signaal. Als
dit is gebeurd, stopt BSM met knipperen.
# Raak BSM nogmaals aan om het opslaan te
annuleren.
Hoofdstuk
05
25
Nl