Hoofdstuk
20
Overige functies
Dit toestel is voorzien van een functie die auto-
matisch overschakelt naar het beeld van de
achteruitrijdcamera (stekker REAR VIEW CA-
MERA IN) als er een achteruitrijdcamera op
uw auto is gemonteerd. Als de versnellings-
hendel in de stand ACHTERUIT (R) staat,
schakelt de video automatisch over naar het
beeld van de achteruitrijdcamera. (Raadpleeg
voor meer informatie uw dealer.)
! Controleer onmiddellijk of het display over-
schakelt naar de achteruitrijdcamera als de
versnellingspook in ACHTERUIT (R)
wordt gezet.
! Als het display naar het beeld van de ach-
teruitrijdcamera overschakelt tijdens nor-
maal rijden, kunt u beter een andere
instelling gebruiken.
! Druk op V.ADJ om terug te keren naar het
display van de signaalbron.
1
Raak B-CAM aan op het instellingenme-
nu.
2
Raak c aan om de instelling voor de
achteruitrijdcamera in te schakelen.
# Raak d aan om de instelling voor de achteruit-
rijdcamera uit te schakelen.
3
Raak b en vervolgens c of d aan om
een geschikte polariteitsinstelling te selec-
teren.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende polariteitsinstellingen:
! BATTERY Als de polariteit van de aange-
sloten kabel positief is als de versnellings-
pook in de stand ACHTERUIT (R) staat
! GND Als de polariteit van de aangesloten
kabel negatief is als de versnellingspook in
de stand ACHTERUIT (R) staat
104
Nl
De achteruitrijdcamera in
beeld houden
U kunt het beeld van de achteruitrijdcamera
continu laten weergeven (bijvoorbeeld om een
caravan in de gaten te houden). Het beeld van
de achteruitrijdcamera wordt in een klein ven-
ster boven de navigatiekaart weergegeven. Om
het beeld van de achteruitrijdcamera weer te
kunnen geven, moet u zowel het navigatiesys-
teem als de achteruitrijdcamera op dit toestel
aansluiten.
1
Raak B-CAM aan op het instellingenme-
nu.
2
Raak b aan tot P in P is geselecteerd.
# Als u B. CAMERA heeft uitgeschakeld, kunt u
P in P niet selecteren.
3
Raak c aan om beeld-in-beeld in te
schakelen.
# Raak d aan om beeld-in-beeld uit te schake-
len.
4
Raak b aan en selecteer PinP SIZE.
5
Raak c of d aan om het beeldformaat
van de achteruitrijdcamera in te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende beeldformaten:
1/161/91/4
6
Raak b aan en selecteer PinP POS.
7
Raak c of d aan om de positie van het
beeld van de achteruitrijdcamera in te stel-
len.
Telkens als u c of d aanraakt, schakelt u tus-
sen de volgende posities:
UPPER L (linksboven)UPPER R (rechtsbo-
ven)LOWER R (rechtsonder)LOWER L
(linksonder)