4. Controleer of de messen en assen niet krom of
verbogen zijn. Zie Controleren op kromme messen.
5. Zet de machine op een maaihoogte van
101,6 mm. Zie Maaihoogte afstellen in
Gebruiksaanwijzing (bladz. 13).
6. Voer de stappen uit die hierna worden beschreven
in de hoofdstukken Assemblage van het frame,
Schuinstand van draagframe controleren en
Draagframe horizontaal stellen.
Assemblage van het frame
Positie van draagframe t.o.v. maaidek
controleren
Opmerking: Als gevolg van een foute uitlijning kan
de drijfriem van de aftakas overmatig slijten.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Plaats een lange richtliniaal op de bovenkant van het
maaidek zoals wordt getoond in Figuur 52.
4. Meet bij de dwarsbuis van het draagframe de hoogte
van punt A (Figuur 52). Deze hoogte moet 33 mm
bedragen, plus of minus 6 mm.
5. Als de hoogte bij punt A niet correct is, moet deze
worden afgesteld.
6. Draai de bevestigingsbouten van het draagframe aan
beide kanten van de machine los (Figuur 52).
7. Richt het draagframe en het maaidek zodanig op
elkaar dat de hoogte bij punt A (Figuur 52) 33 mm
bedraagt, plus of minus 6 mm.
8. Draai de bevestigingsbouten van het draagframe aan
beide kanten van de machine vast.
1. Draagframe
2. Bovenkant van maaidek
3. Bevestigingsbouten van
draagframe
Hoogte van maaidek controleren
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Pomp de banden op de voorgeschreven spanning;
zie Onderhoud aandrijfsysteem (bladz. 30).
4. Meet de hoogte van het maaidek bij punt A
(Figuur 53).
1. Achteraanzicht van
machine
2. Bovenkant van maaidek
40
Figuur 52
4. Punt A, 33 mm, ± 6 mm
5. Richtliniaal
6. Dwarsbuis van
draagframe
Figuur 53
3. Banden
4. Gelijke hoogte bij punten
A en B