Opmerking: Beide aandrijfwielen moeten de
stoeprand raken en de zwenkwielen moeten recht
staan.
4. Activeer tegelijkertijd de onderste bedieningsbalk en
beweeg de onderste handgreep omhoog (Figuur 10
en Figuur 11).
Opmerking: De onderste handgreep omhoog
bewegen helpt om de machine een stoep op te
rijden zonder dat de aandrijfwielen slippen.
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, trekt u de bovenste
bedieningsbalk terug, laat u de bedieningsstang voor
de maaimessen los en draait u het contactsleuteltje
naar de stand Uit. Als u de machine onbeheerd
achterlaat, moet u tevens de parkeerrem in werking
stellen; zie Parkeerrem in werking stellen in
Gebruiksaanwijzing (bladz. 13). Vergeet niet het
sleuteltje uit het contact te halen.
VOORZICHTIG
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de machine verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd is achtergelaten.
Verwijder altijd het sleuteltje uit het contact en stel
de parkeerrem in werking wanneer u de machine
onbeheerd achterlaat, ook al is het slechts voor een
paar minuten.
Transport van de machine
Gebruik een aanhanger of vrachtwagen voor zwaar
vervoer om de machine te transporteren. Zorg ervoor
dat de aanhanger of vrachtwagen is voorzien van
alle benodigde wettelijk voorgeschreven remmen,
verlichting en aanduidingen. Lees aandachtig alle
veiligheidsinstructies. Met behulp van deze informatie
kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren
en uzelf voorkomen.
De machine transporteren:
1. Als u een aanhanger gebruikt, moet u deze
met veiligheidskettingen aan het sleepvoertuig
bevestigen.
2. Zet eventueel de aanhanger op de rem.
3. Laad de machine op de aanhanger of de
vrachtwagen.
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje,.stel
de parkeerrem in werking en sluit de brandstofklep.
5. Gebruik de metalen bevestigingsogen op de
machine om deze stevig vast te zetten op de
aanhanger of de vrachtwagen met behulp van
riemen, kettingen, kabels of touwen (Figuur 12).
1. Bevestigingsoog op tractie-eenheid
Zijuitworp of fijnmaken van
gras
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende
grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar
het gazon afvoert.
GEVAAR
Zonder aangebrachte grasgeleider, afvoerafsluiter
of complete grasvanger kunnen u of anderen
in aanraking met het maaimes of uitgeworpen
voorwerpen komen. Contact met een draaiend
maaimes en uitgeworpen voorwerpen kan
lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het maaidek
omdat hiermee het maaisel wordt afgevoerd
naar het gazon. Een beschadigde grasgeleider
moet direct worden vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het
maaidek.
• Probeer nooit de omgeving van de
uitwerpopening of de maaimessen te reinigen
zonder dat u eerst de bedieningsstang hebt
losgelaten en de aftakas is uitgeschakeld. Draai
het contactsleuteltje op UIT. Verwijder verder
het contactsleuteltje en trek de bougiekabel(s)
van de bougie(s).
Maaihoogte instellen
U kunt de maaihoogte instellen van 25 tot 114 mm in
stappen van 6 mm. U kunt de maaihoogte instellen door
vier R-pennen in verschillende openingen te plaatsen en
afstandsstukken toe te voegen of te verwijderen.
18
Figuur 12