Figuur 31
1. Brandstofafsluitklep
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren/Jaarlijks
(houd hierbij de kortste periode aan)
Na verwijdering mag u nooit een vuil filter opnieuw aan
de brandstofslang monteren.
Opmerking: Let goed op hoe het filter is gemonteerd.
Opmerking: Neem eventueel gemorste brandstof op.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht tot alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Sluit de brandstofkraan bij de benzinetank
(Figuur 31).
Opmerking: Verwijder de brandstofleiding van
de brandstofklep die zich het dichtst bij de motor
bevindt.
4. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar
toe en schuif ze weg van het filter (Figuur 32).
2. Klem
1. Slangklem
2. Brandstofslang
5. Trek het filter uit de brandstofslangen.
6. Monteer een nieuw filter en schuif de slangklemmen
terug tot dicht bij het filter.
7. Open de brandstofkraan op de benzinetank
(Figuur 31).
8. Controleer op lekkages en repareer deze indien dit
nodig is.
29
Figuur 32
3. Filter