Monteren
^ Voer de aansluitkabel van het toestel
naar onderen door de uitsparing in
het werkblad.
^ Plaats het toestel. Plaats hierbij de
voorkant eerst in de uitsparing in het
werkblad.
^ Duw het toestel gelijkmatig met beide
handen omlaag. U dient een klik te
horen. Let erop dat de dichting van
het toestel op het werkblad ligt. Enkel
dan bent u zeker dat de inbouw
langs alle zijden goed dicht is. Ge-
bruik geen voegdichtingsmiddel!
^ Schuif het ingebouwde toestel opzij
tot de gaten van de tussenlijst te zien
zijn.
^ Plaats de afdekking d in de voor-
ziene gaten van de tussenlijst b en
zorg dat deze vastklikt.
Toestel monteren / demonteren
^ Plaats het volgende toestel. Plaats
hierbij de voorkant eerst in de uitspa-
ring in het werkblad.
^ Sluit het toestel/de toestellen aan op
het elektriciteitsnet (zie "Elektrische
aansluiting").
^ Ga na of het toestel/de toestellen cor-
rect werkt/werken.
Demonteren
Als het toestel langs onderen toegan-
kelijk is, kunt u van onderen af
omhoogdrukken. Druk eerst de achter-
kant omhoog.
Als het toestel niet langs onderen toe-
gankelijk is, neemt u het toestel met
beide handen aan de achterkant vast
en trekt u het naar voren. Vervolgens
trekt u het toestel er naar boven toe uit.
49