Bediening
Systeem voor snelle
ontsteking
Het toestel is uitgerust met een systeem
voor snelle ontsteking. Dit heeft de vol-
gende eigenschappen:
– Na het ontsteken van de brander
kunt u de bedieningsknop onmiddel-
lijk loslaten.
– Automatische herontsteking
Als de vlam door tocht etc. dooft,
wordt de brander automatisch op-
nieuw ontstoken. Als dit niet lukt,
wordt de gastoevoer automatisch af-
gesloten (zie rubriek "Veiligheidsuit-
schakeling").
Inschakelen, regelen,
uitschakelen
Met de bedieningsknop ontsteekt u de
brander en regelt u de sterkte van de
vlam.
ß de gastoevoer is afgesloten
& grootste vlam
buitenste en binnenste vlammenring
in een hoge stand
& (2x) grote vlam
buitenste vlammenring in een lage
stand, binnenste in een hoge stand
& kleine vlam
buitenste vlammenring uit,
binnenste vlammenring in een hoge
stand
/ kleinste vlam
buitenste vlammenring uit,
binnenste vlammenring in een lage
stand
24
De brander mag enkel worden inge-
schakeld door de bedieningsknop in
te drukken en naar links te draaien,
en uitgeschakeld door naar rechts te
draaien. De buitenste vlammenring
mag enkel worden in-/uitgeschakeld
door de bedieningsknop in te druk-
ken en te draaien.
Delen van het toestel kunnen be-
schadigd raken als u:
-
de brander inschakelt zonder
de knop in te drukken,
-
de brander inschakelt door
de knop naar rechts te draaien,
-
de buitenste vlammenring
in-/uitschakelt zonder
op de knop te drukken,
-
de brander uitschakelt door de
knop naar links te draaien.
Voor schade die op deze wijze is
ontstaan, kan de fabrikant niet aan-
sprakelijk worden gesteld.