Het enige geval waarin men de hefbewegingen vanaf de grond mag uitvoeren is wanneer
men in een gebied met een beperkte hoogte moet werken, die het de bestuurder onmogelijk
maakt van de cabine gebruik te maken. In dit geval kan de machine voortbewegen met een
bestuurder die op de grond blijft staan maar alleen in de lengte DE MACHINE KAN DAN
ALLEEN VANAF DE RECHTERKANT BEDIENT WORDEN TERWIJL DE CABINE GEDE-
MONTEERD IS. Onder deze omstandigheden is het absoluut verboden gebruik te maken
van de 2de snelheid.
Kies altijd de juiste toeren om de handelingen onder controle te houden en om rekening te
houden met het werkterrein.
Klim nooit in en uit de kooi wanneer hij niet geheel afgedaald is.
De standaard GOLD LIFT machines zijn niet geeigend voor transport op openbare
wegen. Het werkgebied en het autonome transport dienen beperkt te worden en
moet altijd volgens de geldende regels aangegeven worden. Voor transport op
openbare wegen moet de machine met daarvoor geeigende transportmiddelen ver-
voerd worden, ook al draait het om een kort traject.
-
Wanneer de hefwerkzaamheden vanuit vanuit het controle voertuig gebeuren, moet
men opletten op elementen zoals, gevellijsten, balkons, balken, takken etc. waarmee de
bestuurder in aanraking zouden kunnen komen
-
Wanneer de machine vanaf de grond bestuurd wordt (zie de toegestane mogelijkheden
en denk er dan aan dat de controle cabine verwijderd moet zijn)
-
Het is ten strengste verboden om ander manoeuvres dan de hierboven beschreven uit te
voeren waarbij de machine vanaf de grond bestuurd wordt aangezien een scherpe bewe-
ging van de machine de bestuurder tussen de machine en de elementen die zich op het
werkterrein bevinden, samengedrukt zou kunnen worden – of het zou kunnen gebeuren
dat de bestuurder in contakt komt met de rupsbanden of met de stabilisators van het
platform
-
Men moet geen hefbewegingen uitvoeren als de stabilisator niet geheel uitstaan en zich
in de juiste positie bevinden.
-
De 2de translatiesnelheid (optional) mag alleen gebruikt worden tijdens de rechtlijnige
translatie over vlak en stevig terrein.
2.9.4.1 PARKEREN VAN DE MACHINE OP EEN HELLING OF ONREGELMATIGE
ONDERGROND
Wanneer de machine geparkeerd wordt op een helling of onregelmatige ondergrond, zorg er
dan voor dat de 4 hoeken van de rupsbanden geblokkeerd worden door wiggen. Dit om
onverwachtse bewegingen van de machine te voorkmen.
- Het is absoluut niet toegestaan met de 2de snelheid over een oneffen of hobbelig terrein
te rijden, of tijdens een niet rechtlijnig traject.
HOOGWERKER OP RUPSVOERTUIG GOLDLIFT
HINOWA
51