2.5.6
LAADSENSOR VAN DE CABINE
G
12.55: Het maximale laadvermogen is altijd 200 kg.
OLDLIFT
De laadsensor van de controle cabine bestaat uit een systeem van krukassen en drijfstangen,
die de cabine aan zijn steun verbinden zodat hij alleen verticaal kan bewegen. De steun van
de kooi is voorzien van een laadsensor. Binnen in de laadsensor, die zich aan de onderkant
van de kooi bevindt, zijn twee meters geplaatst die het gewicht in de kooi omzetten in een
electrisch signaal. Dit electrische signaal wordt aan een schijf (zie foto) doorgegeven die deze
verwerkt en eventueel gevaar aangeeft.
Wanneer het maximale teogestane laadgewicht bereikt wordt gaat er op het electronische
paneel een rood lampje branden. Tevens wordt er een geluidssignaal gegeven en iedere
beweging van het platform wordt stopgezet.
Om het platform weer in werking te stellen moet men het gewicht terug brengen onder het
maximale toegestane laadgewicht.
G
14.70
OLDLIFT
De laadsensor die op de cabine aanwezig is, bestaat uit een cabineondersteuning met twee
assen, die uitsluitend de verticale beweging van de cabine mogelijk maken. De ondersteu-
ning wordt door de laadsensor zelf verstrekt. Binnen in de laadsensor, die zich aan de
onderkant van de cabine bevindt, zijn twee extensometers geplaatst die het gewicht in de
cabine omzetten in een elektrisch signaal.
Dit elektrische signaal wordt aan een kaart (zie foto) doorgegeven die het signaal verwerkt
en eventueel gevaar aangeeft.
De maximumlading is afhankelijk van de geselecteerde werkwijze (par. 2.4.1.1 punt 3).
Wordt de werkwijze met jib geselecteerd, dan bedraagt deze lading 120 kg. Wanneer men de
jib-arm gesloten laat, is het toegestane laadgewicht 200 kg.
HOOGWERKER OP RUPSVOERTUIG GOLDLIFT
HINOWA
37