Apparaat bedienen
nl
Sensorgevoeligheid voor de ventilatie instellen
‚
Laagste instelling van de sensorgevoeligheid.
ƒ
Middelste instelling van de sensorgevoeligheid.*
™›
„
Hoogste instelling van de sensorgevoeligheid.
Automatische functie met sensorgeregelde naloop instellen
‹""
™™
‹¯
Ingeschakeld.*
*Fabrieksinstelling
Zo komt u bij de basisinstellingen:
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1
De kookplaat inschakelen.
2
In de volgende 10 seconden op het symbooI
drukken.
De eerste vier indicaties geven de
productinformatie weer. Aan de twist-knop draaien
om elke afzonderlijke indicatie te kunnen zien.
Productinformatie
Klantenservice-index (KI)
Fabricagenummer
Fabricagenummer 1
Fabricagenummer 2
3
Door opnieuw het symbool
bij de basisinstellingen.
In de indicaties lichten
voorinstelling.
t
4
Het symbool
zo vaak aanraken tot de gewenste
functie wordt weergegeven.
5
Vervolgens de gewenste instelling kiezen met de
twist-knop.
44
Uitgeschakeld.
Indicatie
‹‚
"š
Š†
.
‹
†
.
t
aan te raken, komt u
™‚
‹¯
en
op als
6
Het symbool
aanraken.
De instellingen zijn opgeslagen.
t
De basisinstellingen verlaten
Schakel de kookplaat uit met de hoofdschakelaar.
t
minstens 4 seconden lang