A. Er moet minstens 90 cm (3 ft) water onder
het laagste punt van de romp zijn wanneer
alle passagiers aan boord zijn
Opstappen in diep water
Bestuurder alleen
Zwem naar de achterkant van het vaar-
tuig.
Grijp de handgreep en trek uzelf op
tot u uw knie op het opstapplatform
kunt plaatsen en grijp dan de lus van
de zitting.
Plaats uw voet op de treeplank terwijl
u uw evenwicht bewaart.
______________________
82
cMNiQhv
Ga op de zitting zitten.
Bestuurder met een passagier
Eerst klimt de bestuurder op het vaar-
tuig op de hierboven beschreven wij-
ze.
In woelig water kan de passagier, die
zich in het water bevindt, het vaartuig
vasthouden om de bestuurder te hel-
pen om op te stappen.
Vervolgens klimt de passagier aan
boord, terwijl de bestuurder het vaar-
tuig in evenwicht houdt door zo dicht
mogelijk bij de console te gaan zitten.