Brandstoftank
Vul de brandstoftank tot het aange-
geven niveau terwijl het vaartuig hori-
zontaal ligt.
Controleer
de
men/elementen van de brandstoftank.
Motorcompartiment
WAARSCHUWING
Start de motor niet als u lekkage of
een benzinegeur vaststelt. Raad-
pleeg een erkend Sea-Doo-dealer
voor u het vaartuig gebruikt.
Motoroliepeil
Controleer of het oliepeil overeenste-
mt met de vereisten in het hoofdstuk
VLOEISTOFFEN. Controleer de motor
en het motorcompartiment op olielek-
kage.
Motor-koelvloeistofpeil
Controleer of het koelvloeistofpeil
overeenstemt met de vereisten in
het hoofdstuk VLOEISTOFFEN. Con-
troleer op lekkage van koelvloeistof
aan de motor, in het ruim en aan de
rijplaat.
WAARSCHUWING
Wanneer u de motor laat draaien
terwijl het vaartuig uit het water
is, kan de warmtewisselaar in de
rijplaat erg heet worden. Vermijd
elke aanraking van de rijplaat om
brandwonden te voorkomen.
bevestigingsrie-
_____________________
Stuursysteem
Controleer met de hulp van een twee-
de persoon of het stuursysteem vlot
beweegt. Wanneer het stuur hori-
zontaal staat, moet de jetstraalbuis
recht vooruit wijzen. De achterrand
van de zijvinnen moet ongeveer 20°
naar de buitenkant van het vaartuig
wijzen. Controleer of de jetstraalbuis
en zijvinnen vlot scharnieren en in de-
zelfde richting bewegen als het stuur.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van het
stuur en de bijbehorende stuur-
straalbuis voor de start.
het stuur nooit terwijl er zich ie-
mand dicht bij de achterkant van
het vaartuig bevindt. Blijf uit de
buurt van bewegende delen van
het stuursysteem (straalbuis, zij-
vinnen, stangen enz.).
Gassysteem
Controleer of de gashendel vlot be-
weegt. Nadat u hem loslaat moet hij
onmiddellijk naar zijn beginstand te-
rugkeren.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van de gas-
hendel voordat u de motor start.
Schakelsysteem
Controleer of de achteruitvaarkleppen
vlot bewegen. Met de schakelhendel
in vooruit moet de klep naar boven
staan en weerstand bieden wanneer
u ze naar beneden trekt. Met de scha-
kelhendel in vrijloop moet de klep in de
middenstand staan. Met de schakel-
hendel in achteruit moet de klep naar
beneden staan.
WAARSCHUWING
Controleer de werking van de ach-
teruitvaarklep voordat u de motor
start.
Draai
73