6 Aanpassing aan de CV-installatie
6.4
Instellingen bij aansluiting van zonne-energie-
systemen
Bij aansluiting van de ecoVIT op zonne-energiesystemen
voor de warmwaterbereiding moeten de diagnosecodes
d.16, d.73 en d. 78 in het DIA-systeem van het toestel
ingesteld worden.
Om de instellingen uit te voeren, gaat u a.u.b. als volgt
te werk:
• Zwenk de mantelklep van het toestel omlaag.
• Schakel de hoofdschakelaar van het toestel op stand
„I".
1 Druk tegelijkertijd op de toetsen „i" en „+" en houd de
toets „+" zolang ingedrukt tot op het display de diag-
nosecode „d.16" verschijnt.
2 Druk op de toets „i". Op het display verschijnt nu het
symbool „=" en vervolgens het ingestelde pomptype,
b.v. „3" (= boilerlaadpomp). Het ingestelde pomptype
wordt bovendien toegelicht door een dienovereenkom-
stige tekstmelding, b.v. „Boilerlaadpomp" voor d.16,
„Warme start streef offset" voor d.73 of „Aanvoer
streef max warmw" voor d.78.
28
3 Met de toetsen „+" of „-" stelt u nu het pomptype „4"
= zonne-energiepomp in. Tijdens het instellen knip-
pert de weergegeven waarde.
4 Houd de toets „i" gedurende ca. 5 sec. ingedrukt tot
de aanduiding niet meer knippert. De ingestelde waar-
de is nu opgeslagen.
5 Op dienovereenkomstige wijze voert u vervolgens de
instellingen voor de diagnosepunten d.73 (= inschakel-
temperatuurverschil voor zonne-energiepomp) en d.78
(= verbrandingsbeveiligingstemperatuur: temperatuur
waarbij de zonne-energiepomp uitgeschakeld wordt)
uit.
Er moeten de volgende waarden ingesteld worden:
d.73:
+ 7 °C
d.78:
instelling op gewenste waarde
(fabrieksinstelling: 85 °C)
6 Verlaat de instelmodus door tegelijkertijd op de toet-
sen „i" en „+" te drukken. Op het display verschijnt
weer de normale standaard aanduiding (actuele ver-
warmingsaanvoertemperatuur, b.v. 45 °C).
De instelmodus wordt ook beëindigd, wanneer u 4
minuten lang geen toets bedient.
Installatie- en onderhoudshandleiding HR-gasketel ecoVIT
5s