Uw performance opnemen
Opnemen op een bepaalde track
AUDIO
SONG
Met songopname kunt u een song maken die bestaat uit
zes tracks (1–5 en A) door uw performance track voor
track op te nemen. Bij de opname van een pianostuk kunt
u bijvoorbeeld de rechterhandpartij op Track 1 en de
linkerhandpartij op Track 2 opnemen, waardoor u een
volledig stuk maakt dat misschien moeilijk is om live
met beide handen te spelen. Als u bijvoorbeeld een
performance wilt opnemen tijdens het afspelen van een
stijl, neemt u de stijl op Track A en de melodieën op
Track 1 op terwijl u luistert naar de reeds opgenomen
stijl. Op deze manier kunt u een volledige song maken
die anders misschien moeilijk, of zelfs onmogelijk, live
te spelen is.
Track
Track
Track
1
2
Tracks [1]–[5] Voor de opname van uw toetsenspel,
zoals een pianostuk.
Track [A]
Voor de opname van een stijl.
OPMERKING
• U kunt Split Voice-, Metronome- en het AUX IN-geluid niet
opnemen.
Voer vóór de opname de nodige instellingen in,
zoals de selectie van voice/stijl.
1
Als u een bestaande gebruikerssong
opnieuw wilt opnemen, selecteert u de
gewenste gebruikerssong. (Voer stap
1 op pagina 40 uit en selecteer dan
met de draaiknop de gebruikerssong
van 101–105.)
Als u een volledig nieuwe song wilt opnemen,
selecteert u de nog niet opgenomen
gebruikerssong.
2
Om de doeltrack te bepalen, houdt u de
knop [REC] ingedrukt en drukt u op een
van de trackknoppen ([1]–[5] of [A]).
Om het opnemen op een bepaalde track te
annuleren drukt u gewoon nogmaals op die
trackknop.
42
DGX-650 Gebruikershandleiding
Track
Track
Stijl-
3
4
5
track
Indrukken en
vasthouden
Kies uit [1] tot [5] om uw toetsenspel op te nemen.
(Kies uit [1] tot [3] om de dualvoice op te nemen.)
Kies [A] om de stijl op te nemen. (ACMP wordt
automatisch ingeschakeld.)
In de display wordt de geselecteerde track
gemarkeerd.
(Als track 1 is geselecteerd)
Track 1 wordt
gemarkeerd.
(Als track A is geselecteerd)
Track A wordt
gemarkeerd.
Als Track A is geselecteerd, kunt u nog een track
van [1]–[5] selecteren door deze stap te herhalen,
en omgekeerd.
Druk op de knop [REC] of [EXIT] als u de
opname wilt annuleren.
LET OP
• Als u opneemt op een track waarop al opnamedata
waren opgeslagen, worden de aanwezige data
overschreven en gaan deze verloren.
OPMERKING
• Als automatische begeleiding actief is en track [A] nog
niet is opgenomen, wordt track [A] automatisch
geselecteerd voor opname wanneer u een track ([1]–[5])
selecteert. Zorg ervoor dat track [A] uit staat als u alleen
track [1]–[5] wilt opnemen.
• Als de in stap 1 geselecteerde gebruikerssong
opgenomen stijldata bevat, wordt automatisch hetzelfde
stijlnummer ingesteld. Als u een andere stijl wilt
selecteren, drukt u op de knop [STYLE], kiest u de track
[A] en selecteert u met de draaiknop de gewenste stijl.
OPMERKING
• U kunt de metronoom tijdens een opname gebruiken, ook
al wordt het geluid van de metronoom niet opgenomen.
Nadat u op de knop [REC] hebt gedrukt, stelt u de
maatsoort in en start u de metronoom in voordat u naar
stap 3 verdergaat.