7.1 Routinecontroles
De volgende routinecontroles dienen te worden uitgevoerd:
• Controleer de kabels op tekenen van beschadiging zoals
slijtage, breuken en knikken.
• Controleer of de kabelconnectoren stevig vastzitten en of de
vergrendelmechanismen correct zijn vergrendeld.
Opmerking: Kabels dienen te worden gecontroleerd wanneer
de stroomtoevoer is afgesloten.
34
7.2 Instructies voor het reinigen van
de unit
De unit hoeft niet regelmatig worden schoongemaakt. Wanneer
u het echter toch nodig vindt de unit te reinigen, volg dan de
onderstaande stappen:
1. Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld.
2. Veeg de unit schoon met een vochtige doek.
3. Gebruik wanneer nodig een mild schoonmaakmiddel om
vetvlekken te verwijderen.
ECI–100