6.6 Droogloopbeveiliging
De Hydro Multi-E moet worden beveiligd tegen
N.B.
drooglopen.
De droogloopbeveiliging wordt beschreven in twee situaties:
•
Hydro Multi-E zonder noodbedrijf.
•
Hydro Multi-E met noodbedrijf.
6.6.1 Hydro Multi-E zonder noodbedrijf
Soorten droogloopbeveiliging:
•
een drukschakelaar aangebracht in het spruitstuk aan de zuig-
zijde (standaard fabrieksmatig aangebracht en ingesteld op
1,5 bar)
•
een niveauschakelaar aangebracht in een watertank.
De droogloopbeveiliging is aangesloten op klemmen 1 en 9 in
pomp 1.
Pomp
1
PS
PS
Afb. 13 Drukschakelaar aangesloten op pomp 1
Pomp
1
LS
Afb. 14 Niveauschakelaar aangesloten op pomp 1
8
Pomp
2
9: GND (massa)
1: Digitale ingang
Pomp
2
9: GND (massa)
1: Digitale ingang
6.6.2 Hydro Multi-E met noodbedrijf
Bij storing van de regelaar van de Hydro Multi-E zijn klemmen 1
en 9 niet actief. Voor een toereikende droogloopbeveiliging wordt
extra bedrading aangebracht in de klemmenkast van pomp 1 en
tussen de pompen. Zie ook het aansluitschema in de stroomon-
derbrekingskast.
Pomp
1
Pomp 1
1
9
3 2
Afb. 15 Bedrading van droogloopbeveiliging in noodbedrijf
De kortsluitdraad tussen klemmen 2 en 3 is verwij-
derd (standaard Hydro Multi-E). In plaats daarvan
N.B.
zijn de klemmen 2 en 3 zodanig geconfigureerd dat
een externe storing wordt gemeld.
Pomp 3
Pomp 2
3
2
3 2