Inhoudsopgave
Advertenties
10.1 Menu BEDRIJF
Wanneer communicatie tussen de R100 en de Hydro Multi-E tot
stand is gebracht, dan verschijnt het eerste display in dit menu.
10.1.1 Gewenste waarde
Ingestelde gewenste waarde
Actuele waarde
Stel in dit display de gewenste waarde in.
In normale bedrijfsmodus (fabrieksinstelling) is het instelbereik
gelijk aan het meetbereik van de sensor.
Eén van de volgende bedrijfsmodi kan gekozen worden:
•
Stop
•
Max. (max. curve).
10.1.2 Bedrijfsmodus
Stel één van de volgende bedrijfsmodi in:
•
Stop
•
Normaal bedrijf
•
Max.
De bedrijfsmodi kunnen worden ingesteld zonder de instelling
van de gewenste waarde te wijzigen.
10.1.3 Storingsmeldingen
Bij een storing verschijnt de oorzaak in dit display.
Mogelijke oorzaken:
•
Te hoge motortemperatuur
•
Onderspanning
•
Overspanning
•
Teveel herinschakelingen (na storingen)
•
Overbelasting
•
Signaal van de sensor buiten bereik (alleen 4-20 mA)
•
Externe storing
•
Drooglopen (alleen noodbedrijf)
•
Andere storing.
Een storingsmelding kan worden gereset in dit display als de oor-
zaak van de storing is verdwenen.
10.1.4 Alarmoverzicht
Bij storingen zullen de laatste vijf storingsmeldingen in het over-
zicht verschijnen. "Alarm log 1" toont de laatste storing, "Alarm
log 2" toont de op één na laatste storing, etc.
Het bovenstaande voorbeeld geeft de volgende informatie:
•
De storingsmelding "Onderspanning" voor pomp 1 (Nr. 1).
•
De storingscode (40).
•
Het aantal minuten dat de Hydro Multi-E is aangesloten op de
voedingspanning nadat de storing optrad, 8 min.
10.2 Menu STATUS
In dit menu wordt alleen de status weergegeven. Het is hier niet
mogelijk waarden in te stellen of te wijzigen.
De weergegeven waarden zijn de waarden die golden toen de
laatste communicatie tussen de Hydro Multi-E en de R100 plaats-
vond. Als een statuswaarde moet worden vernieuwd, richt de
R100 dan op het bedieningspaneel en druk op [OK].
Als een parameter, bijv. toerental, continu dient te worden opge-
roepen, druk dan steeds op [OK] gedurende de periode waarin de
betreffende parameter dient te worden gecontroleerd.
De tolerantie van de weergegeven waarde wordt onder elk dis-
play vermeld. De toleranties worden vermeld als een richtlijn in %
van de maximale waarden van de parameters.
10.2.1 Actuele gewenste waarde
Tolerantie: ± 2 %
Dit display geeft de actuele gewenste waarde weer.
Het is niet mogelijk om een signaal van een externe gewenste
waarde aan te sluiten.
10.2.2 Bedrijfsmodus
Dit display toont de actuele bedrijfsmodus (Stop, Normaal
(bedrijf) of Max.). Bovendien wordt getoond waar deze bedrijfs-
modus werd gekozen (R100, Pomp, Bus, Extern of Stop func.).
Zie paragraaf
voor meer details over de stopfunctie
10.3.5
(Stop func.).
13
Advertenties
Inhoudsopgave
