Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bedrijfscondities; Temperaturen; Relatieve Luchtvochtigheid; Maximale Werkdruk - Grundfos Hydro Multi-E Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

5. Bedrijfscondities

5.1 Temperaturen

5.1.1 Omgevingstemperatuur
Bij omgevingstemperaturen tussen 0 °C en +40 °C kunnen de
motoren 100 % belast worden. Raadpleeg de installatie- en
bedieningsinstructies voor de pomp als de betreffende pomp bij
hogere omgevingstemperaturen of bij hoogtes van meer dan
1000 meter boven zeeniveau moet werken.
5.1.2 Vloeistoftemperatuur
0 °C t/m +60 °C.
5.1.3 Temperatuur tijdens opslag en transport
-40 °C t/m +60 °C.

5.2 Relatieve luchtvochtigheid

Maximaal 95 %.

5.3 Maximale werkdruk

De maximale werkdruk voor de Hydro Multi-E is 10 bar.
Voor de volgende pompen is de maximale werkdruk echter 16 bar:
CME-I 5-6
CME-I 5-8
CR(I)E 3-15
CR(I)E 5-16
CR(I)E 10-9
CR(I)E 15-7.

5.4 Aanloop asafdichting

De afdichtingsvlakken worden gesmeerd met de verpompte vloei-
stof, en dit betekent dat een bepaalde lekkage vanuit de asaf-
dichting kan komen.
Wanneer de pomp voor de eerste keer in bedrijf wordt gesteld,
of wanneer een nieuwe asafdichting is geïnstalleerd, dan is een
bepaalde aanloopperiode nodig voordat de lekkage is geredu-
ceerd tot een aanvaardbaar niveau. De benodigde tijd hiervoor
hangt af van de bedrijfscondities, d.w.z. elke keer dat de bedrijfs-
condities veranderen wordt in principe een nieuwe aanloopperi-
ode geïnitieerd.
Onder normale omstandigheden verdampt de lekkende vloeistof.
Het gevolg hiervan is dat er geen lekkage gedetecteerd wordt.

5.5 Minimale voordruk

Hydro Multi-E systemen met CME pompen hebben
Voorzichtig
een positieve voordruk nodig tijdens inbedrijfstelling
en bedrijf.
H
f
Hf
H
H
p
Pb
b
Afb. 3 Parameters voor de berekening van de minimale voor-
druk
De minimale voordruk "H" in meter opvoerhoogte die nodig is om
cavitatie in de pompen te voorkomen kan als volgt worden bere-
kend:
H = p
x 10,2 - NPSH - H
- H
b
f
v
p
= Barometrische druk in bar.
b
(Barometrische druk kan worden ingesteld op 1 bar.)
In gesloten systemen geeft p
aan.
4
NPSH
NPSH
H
Hv
v
- H
s
de systeemdruk in bar
b
NPSH = Net Positive Suction Head in meter opvoerhoogte.
(af te lezen uit de NPSH-curve op pagina
hoogste debiet dat de afzonderlijke pomp kan leveren).
H
= Wrijvingsverlies in het inlaatspruitstuk in meter opvoer-
f
hoogte bij het hoogste debiet dat de afzonderlijke
pomp kan leveren.
H
= Dampdruk in meter opvoerhoogte, zie pagina 23.
v
t
= vloeistoftemperatuur.
m
H
= Veiligheidsmarge = minimaal 0,5 meter opvoerhoogte.
s
Als de berekende "H" positief is, dan kan de afzonderlijke pomp
werken bij een zuighoogte van maximaal "H" meter opvoer-
hoogte.
Als de berekende "H" negatief is, dan is een voordruk van mini-
maal "H" meter opvoerhoogte nodig. De druk moet gelijk zijn aan
de berekende "H" tijdens bedrijf.
Voorbeeld
p
= 1 bar.
b
Pomptype: CRE 15, 50 Hz.
3
Debiet: 15 m
/uur.
NPSH (van pagina 21): 1,2 meter opvoerhoogte.
H
= 3,0 metres head.
f
Vloeistoftemperatuur: +60 °C.
H
(from page 23): 2,1 meter opvoerhoogte.
v
H = p
x 10,2 - NPSH - H
- H
b
f
v
H = 1 x 10,2 - 1,2 - 3,0 - 2,1 - 0,5 = 2,8 metres head.
Dit betekent dat elke pomp kan werken bij een zuighoogte van
maximaal 2,8 meter opvoerhoogte.
Druk berekend in bar: 2,8 x 0,0981 = 0,27.
Druk berekend in kPa: 2,8 x 9,81 = 27,4.

5.6 Maximale voordruk

De maximale voordruk mag niet hoger zijn dan 8 bar. De werke-
lijke voordruk + de druk wanneer de pomp tegen een gesloten
afsluitklep draait moet echter altijd lager zijn dan de maximale
werkdruk.

5.7 Minimaal debiet

Vanwege het risico op oververhitting dienen de pompen niet te
worden ingezet bij debieten lager dan 10 % van het nominale
debiet van één pomp.
De pompen mogen nooit tegen een gesloten afsluit-
N.B.
klep draaien.

5.8 In/uitschakeling

Het aantal in- en uitschakelingen van het systeem via de netvoe-
ding mag niet groter zijn dan vier maal per uur.
Wanneer het systeem via de netvoeding wordt ingeschakeld, dan
zal deze na ca. 5 seconden starten.

5.9 Expansievat

De voordruk in het expansievat is ingesteld op 0,7 x gewenste
waarde.
De fabrieksmatig ingestelde gewenste waarde is 0,5 x de maxi-
male druk, tenzij anders aangegeven in de beknopte handleiding
die wordt meegeleverd bij de Hydro Multi-E.
Als de gewenste waarde wordt veranderd, dan dient de voordruk
van het expansievat dienovereenkomstig te worden veranderd
voor optimaal bedrijf.
Bereken de voordruk als volgt:
Voordruk = 0,7 x gewenste waarde.
De voordruk moet worden gemeten in een drukloos
N.B.
systeem.
We adviseren om hiervoor stikstofgas te gebruiken.
21
bij het
- H
[meter opvoerhoogte].
s

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave