7. Installatie
7.1 Transport en opslag
•
Transporteer het instrument voorzichtig, niet
laten vallen!
•
Droog en koel opslaan.
7.2 Uitpakken
1. Zo snel mogelijk na het uitpakken installeren.
2. Controleer het instrument op beschadigingen.
Een beschadigd apparaat niet monteren of aan-
sluiten!
Verpakkingsmateriaal opslaan of volgens
N.B.
de plaatselijke voorschriften afvoeren!
7.3 Installatievereisten
•
Droge ruimte
•
Ruimtetemperatuur 0 °C tot 45 °C
•
Trillingsvrije locatie.
Wanneer niet wordt voldaan aan de vol-
gende installatievereisten:
Voorzichtig
• Kan het meetinstrument beschadigd
raken.
• Kan dit leiden tot onjuiste meetwaarden.
7.4 Installatie
Waarschuwing
Vóór montage: netspanning uitschakelen!
Beschermingsklasse IP65 is alleen gega-
randeerd wanneer het frontpaneel van de
klemmenafdekking is gesloten en de juiste
kabelwartels resp. afdichtkappen zijn
gemonteerd.
28,5
120
7,25
Afb. 3
Boorplan
151
1. Boor drie gaten (∅8) zoals aangegeven op het
schema en breng hier de meegeleverde pluggen
in aan.
2. Draai de schroef (A) in de bovenste middelste
plug, totdat deze ca. 1 cm uitsteekt. Zie fig. 4.
3. Maak de bevestigingsschroeven van het frontpa-
neel los en verwijder het frontpaneel.
4. Plaats het instrument op schroef (A).
5. Zet het instrument vast met de twee
schroeven (B).
De behuizingsklasse IP65 wordt alleen
gegarandeerd wanneer het klemmendek-
sel juist is afgedicht! De pakking van het
Voorzichtig
klemmendeksel niet beschadigen! De pak-
king van het klemmendeksel moet exact
aansluiten!
6. Monteer het frontpaneel van de behuizing.
B
Afb. 4
Montagetekening
A
B
7