9.7 Servicemenu
Gebruik het servicemenu om alle belangrijke instel-
lingen te lezen en om de functies van het instrument
te controleren. In het codemenu, beslaat het service-
bereik de codes 50-57.
Code 50
•
Weergave van ruwe datawaarden van cel
– Actuele celstroom in µA (Conex
– Actuele celstroom in mV (Conex
Code 51
•
Weergave van gekalibreerde helling van huidige
(laatste) kalibratie.
®
– In µA/ppm (Conex
®
– In mV/pH (Conex
steem geselecteerd).
•
Niet gebruikt met Conex
sorsysteem geselecteerd.
Code 52
•
Weergave van gekalibreerd
– asymmetriepotentiaal met pH-sensorsysteem
– redox offset met redox sensorsysteem
•
Wordt alleen gebruikt met Conex
Code 53
•
Weergave van temperatuur in °C met tempera-
tuursensor (Pt100) aangesloten
•
Wordt alleen gebruikt met Conex
Code 54
•
Weergave van watersensor afhankelijk van gese-
lecteerde type meetcel.
– AQC-D1/-D11/-D3/-D13:
Display 100 % = water aanwezig
Display 0 % = water ontbreekt
– AQC-D2/-D12:
Watersensor toerental in %
Display 0 % = 200 rpm
Display 100 % = 800 tpm.
Code 55
Testroutine, controle van diverse
instrumentfuncties:
5500: Test van besturingsrelais: relais schakelt, knip-
perende weergave van code. Druk op [OK] om
terug te gaan naar het code-niveau.
5501: Testen van alarmrelais: net als 5500
5502: Test van stroomuitgang: 4 mA wordt weerge-
geven bij de stroomuitgang, knipperende weer-
gave van code. Druk op [OK] om terug te keren
naar het codeniveau.
5503: Net als 5502, behalve dan dat in dit geval 20
mA wordt weergegeven.
5504: Displaytest:
Wanneer het scherm volledig donker wordt: het
display is OK.
Het scherm blijft deels helder: het display is
defect.
®
DIS-D)
®
DIS-PR).
DIS-D)
DIS-PR met pH-sensorsy-
®
DIS-PR met redox sen-
®
DIS-PR!
®
DIS-PR!
Code 56:
•
Instellen van het displaycontrast tussen de 0 %
en 100 %.
Code 57:
•
Wanneer de parameters van een regelaar zijn
ingesteld, dan wordt actuele regelaar perfor-
mance (y-out) weergegeven in %.
Regelaarstop moet niet worden geactiveerd in dit
proces.
•
Het display geeft 0,00 % weer wanneer de para-
meters van een regelaar niet zijn ingesteld.
9.8 Programmaversie
De programmaversie wordt weergegeven wanneer
het instrument wordt gestart.
Example: V.0.15 28feb2003.
9.9 Resetten naar de standaard
instellingen
Handel als volgt om het instrument te resetten naar
de fabrieksinstellingen (standaard):
1. Selecteer code 01.
2. Voer de fabrieksinstellingencode 6742 in.
3. Druk op [OK] om te bevestigen.
Alle voorgaande instellingen worden gereset.
Zie paragrafen 6.5 Fabrieksinstellingen en 9.4 Code-
overzicht.
21