50-57
Service sectiegebied:
Ingaande sensorstroom (Conex
50
Ingaande sensorspanning
®
(Conex
DIS-PR)
Hellingresultaat laatste kalibratie
µA/ppm: desinfectiemeting
51
mV/pH: pH meting
met redox-meting niet geactiveerd
52
Asymmetrie potentiaal
(alleen met pH-meting)
®
(alleen Conex
53
Displaytemperatuur in °C
54
Display flowsensor
55
Testprocedures:
5500
Regelaarrelais aan
5501
Alarmrelais aan
5502
Stroomuitgang, 4 mA
5503
Stroomuitgang, 20 mA
5504
Test display
56
Aanpassen displaycontrast in %
57
Displayregelaar y-out
70-72
Alarmsectie gebied:
70
7001
Alarmwaarde uit
7002
Alarmwaarde aan
71
7101
Onderschrijding
7102
Overschrijding
72
Voer alarmwaarde in fysieke grootheid in
99
Exit
Sluit codemenu af
16
®
DIS-D)
DIS-PR)
9.5 Instrumentinstellingen voor
inbedrijfname
Ga te werk zoals hieronder omschreven om het
instrument voor de eerste keer op te starten:
1. Stel toegangscode in op 0086.
2. Voer instellingen uit voor het sensorsysteem,
zoals gemeten waarde, sensoren, meetcel en
temperatuur.
3. Kalibreer.
4. Selecteer, configureer en stel de parameters in
voor de regelaar in twee stappen:
– Configuratie van de regelaar: basisselectie en
configuratie van regelaartype
– Instellen van parameters voor de regelaar:
instellen van parameters van geselecteerde
regelaartype.
5. Stel alarmwaarden in.
9.6 Instrumentinstellingen
9.6.1 Instellen van de toegangscode
1. Druk op de [Omhoog] of [Omlaag] knop totdat de
Code LED aan gaat.
2. Druk op [OK].
De Code LED knippert.
3. Selecteer code 00 door op [OK] te drukken.
4. Selecteer code 0086 m.b.v. de [Omhoog] of
[Omlaag] knop.
5. Druk op [OK] om te bevestigen.
9.6.2 Instellen van het sensorsysteem;
®
Conex
DIS-D watersensor
1. Selecteer code 30 en schakel de watersensor
aan of uit.
– Code 3000: watersensor uit
– Code 3001: watersensor aan.
2. Druk op [OK] om te bevestigen.
De watersensor moet zijn ingeschakeld
Voorzichtig
voor de AQC-D2/-D12 meetcel.
•
Alarmsignaal met laag niveau monsterwater
code *09*:
Zie paragraaf 10.2 Watersensor *09* /
temperatuursensor *12*.