11. Storingzoekschema
Het instrument is onderhoudsvrij, reparaties kunnen
alleen worden uitgevoerd in de fabriek.
De volgende tabel geeft beknopte richtlijnen voor
mogelijke storingen die worden veroorzaakt door
ontbrekende of defecte kabels of storingen in het
sensorsysteem.
Storing
1.
Geen display na inschakelen. a)
2.
SP (setpoint) LED kan niet
worden geselecteerd.
3.
Stop (regelaarstop) LED kan
niet worden geselecteerd.
4.
Codenummers kunnen niet
worden geselecteerd.
®
Conex
DIS-D
Storing
1.
Meetwaardedisplay insta-
biel.
2.
Display bij schaaleind-
waarde.
3.
Alarm tijdens kalibratie.
4.
Sensorwaarde te klein ver-
geleken met de referentie.
5.
Sensorwaarde te hoog ver-
geken met de referentie.
Oorzaak
Voedingspanning niet aange-
sloten.
a)
Code 2001 geactiveerd.
a)
Regelaar is niet geconfigu-
reerd.
a)
Activeringcode 0086 is verwij-
derd; instrument is beveiligd
tegen ongeautoriseerd bedrijf.
Oorzaak
a)
Interferenties op kabels van
elektrode/meetcel.
b)
Aansluitkabels/stekkers tus-
sen meetcel en Conex
onderbroken of vochtig.
c)
Sensor/elektrode defect.
a)
Aansluitkabel tussen elek-
trode/meetcel en instrument-
versterker onderbroken.
b)
Meetelektrode defect
a)
Meetcel/elektrodes verontrei-
nigd of geblokkeerd door
afzettingen.
a)
Onjuiste kalibratie.
b)
pH-waarde voor meting hoger
dan met kalibratie (alleen met
chloor).
a)
Onjuiste kalibratie.
b)
pH-waarde voor meting lager
dan met kalibratie (alleen met
chloor).
Oplossing
Sluit de voedingsspanning aan.
Verwijder code 2001.
Configureer de regelaar.
Voer activeringscode 0086
opnieuw in. Zie paragraaf
9.4 Code-overzicht.
Oplossing
Controleer de afscherming/kabel.
Controleer de kabels en vervang
®
DIS
deze indien nodig.
Vervang de sensor/elektrode.
Controleer e potentiostatische regel-
spanning, 100 mV, tussen klem M
(20) en B/R (21) met operationele/
aangesloten meetcel. Gebruik een
Voltmeter.
Controleer de kabel en sluit deze
aan.
Vervang de meetelektrode.
Verwijder de elektrodes en reinig de
meet- en tegenelektrodes (zie ook
de installatie- en bedieningshandlei-
ding van de meetcellen).
Herhaal de kalibratie.
Houd de pH-waarde constant voor
meting en kalibratie.
Herhaal de kalibratie.
Houd de pH-waarde constant voor
meting en kalibratie.
23