8)
12-volt-voedingsuitgang
Dit stopcontact bevindt zich op de console
naast de contactschakelaar.
Dit is een handige aansluiting voor een
looplamp of andere draagbare uitrusting.
Verwijder het beschermkapje voor gebruik.
Bevestig het altijd opnieuw na gebruik, ter
bescherming tegen vocht.
Overschrijd de nominale capaciteit niet. Zie
SPECIFICATIES.
E r i s e e n e x t r a v o e d i n g s a a n s l u i t i n g
beschikbaar om bijkomende accessoires aan
te sluiten. Er zitten twee kabels verborgen in
de kabelboom achteraan in het voertuig. Uw
erkend Bombardier ATV-dealer kan u hier
meer over vertellen.
9)
Contactschakelaar
Deze bevindt zich op de console.
Sleutelschakelaar met 3 standen: UIT, AAN
met lichten en AAN zonder lichten.
1. OFF (uit)
2. AAN met licht
3. AAN zonder licht
Steek de sleutel in het slot en draai hem in de
g e w e n s t e s t a n d . O m d e s l e u t e l t e
verwijderen, draait u hem op UIT en trekt hem
eruit.
In de stand AAN met lichten gaan alle lichten
branden, ook als de motor niet draait. Vergeet
niet dat de accu ontlaadt wanneer de lichten
branden zonder dat de motor draait. Schakel
de contactschakelaar altijd UIT wanneer u de
motor stillegt.
OPMERKING: Hoewel de motor kan worden
gestopt door de contactsleutel op UIT te
draaien, raden we aan de motor met de
motorstopschakelaar uit te zetten.
92
10) Dop brandstoftank
De dop van de brandstoftank bevindt zich
links van het achterspatbord.
LET OP: Plaats nooit iets op de dop van de
brandstoftank. Als de ventilatieopening in de
dop van de brandstoftank wordt afgesloten,
kan de motor weigeren.
Draai de dop in tegenwijzerzin los om te
tanken en draai hem daarna terug dicht in
wijzerzin.
WAARSCHUWING
Stop de motor altijd voor u tankt. Draai de
dop langzaam open. Als u een drukverschil
vaststelt (fluitend geluid terwijl u de dop
losdraait), laat uw voertuig dan nakijken
en/of repararen voordat u er opnieuw mee
rijdt. Brandstof is ontvlambaar en explosief
in bepaalde omstandigheden. Controleer
het brandstofpeil nooit met behulp van een
open vlam. Rook niet en vermijd vuur en
vonken in de buurt van de brandstof. Werk
altijd in een goed verluchte ruimte. Vul de
brandstoftank nooit bij voordat u het
voertuig naar een warme plaats verplaatst.
Naarmate de temperatuur stijgt, zet de
brandstof uit en kan uw tank overlopen. Wis
op h et vo ertuig gemo rste brand stof
onmiddellijk weg.
V07F15Y
1. Dop brandstoftank
2. Brandstofmeter zitting
1
2