Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opbouw En Werking; Installatie; Plaatsing; Extra Componenten - Samson 42-36 E Inbouw- En Bedieningsvoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

Opbouw en werking . Installatie

1 Opbouw en werking

De apparatuur is samengesteld uit
hoeveelheidsregelaar type 42-36 en,
afhankelijk van de nominale diameter van het
ventiel, de elektrische aandrijving type 5824/25,
type 3374 of type 3274.
Uitvoering
Type 42-36 E · hoeveelheidsregelaar DN 15
tot DN 250 opgebouwd uit
membraanaandrijving type 2426 en ventiel type
2423 E (balg-/membraan ontlast) met meetpunt
(smoring) voor het instellen van de
volumestroom. Het ventiel wordt in de toe- of
afvoerende leiding geplaatst.
De ventielen zijn voorzien van een aansluitstuk
voor een elektrische aandrijving. Hierop wordt
een regeluitgang aangesloten van een
elektronische regelsysteem - meestal een
temperatuursignaal. De elektrische aandrijving
verstelt op basis hiervan het meetpunt en
daardoor de gewenste waarde van de
volumestroom.
Het opgegeven bereik van de gewenste
waarde van de volumestroom (zie. afb 2, 4, 6
en 7) gelden voor water als medium en een
werkdruk van 0,2 of 0,5 bar.
Aanwijzing: De inbouw- en
bedieningsvoorschriften van de
basisapparatuur in tabel 1 moeten worden
gevolgd.
Tabel 1 · Technische informatie
Elektr. aandrijving
type ...
3274
5824 of 5825
3374
Ventieltype ...
42-36
4
bijbehorende
bedienings-
voorschrift
EB 8340
EB 5824
EB 8331-1
EB 3015
2

Installatie

2.1 Plaatsing

De apparaten inbouwen in horizontale
pijpleidingen. De stroomrichting moet
overeenkomen met de pijl op de behuizing.
De elektrische aandrijving moet zich boven het
ventielhuis bevinden. Bij een geïsoleerd ventiel
(DN 15 tot 50) mogen de aandrijving en de
moer niet mee worden geïsoleerd. De
toelaatbare omgevingstemperatuur, met name
ter plaatse van de aandrijfas, mag niet worden
overschreden. Indien nodig moet een
verlengstuk (isolerend tussenstuk, bestelnr.
1990-1712) worden gebruikt. De grens van de
isolatie ligt dan ongeveer 25 mm boven het
ventielhuis.

2.2 Aanvullende componenten

2.2.1 Vuilfilter

Een vuilfilter dat in de toevoerleiding wordt
opgebouwd, houdt verontreinigingen tegen die
door het meetmedium worden meegevoerd.
SAMSON levert daarvoor vuilfilter type 2 N/2 NI
(zie T 1015).
-
De stroomrichting moet met de pijl op de
behuizing overeenkomen.
-
Het filter moet naar beneden hangen of,
bij damp, aan de zijkant staan.
-
Let erop dat er genoeg ruimte
is voor het filter.
EB 3018 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

5824/2533743274

Inhoudsopgave