• Controleer de werking van de con-
tactschakelaar,
motorstopschakelaar, koplampen,
achterlicht en verklikkerlichtjes.
• Start de motor, rijd langzaam een
stukje vooruit en test alle remmen
individueel uit.
• Controleer de werking van de
2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Verhelp
eventueel
problemen alvorens te vertrekken.
Raadpleeg indien nodig een erkend
Can-Am dealer.
De motor starten
Eerste koude start
Steek de sleutel in het contactslot en
schakel naar AAN.
Zet de motorstopschakelaar op RIJ-
DEN.
Zet bij koud weer, onder 0°C (32°F), de
chokehendel in de uiterste stand.
TYPISCH
1. Uiterste chokestand
Druk op de motorstartknop en houd
hem ingedrukt tot de motor start.
motorstartknop,
vastgestelde
_____________________
LET OP: Houd de motorstartknop
niet langer dan 30 seconden inge-
drukt. Laat een rustperiode tussen
twee startpogingen zodat de starter
kan afkoelen. Let op dat u de accu
niet ontlaadt .
OPMERKING: Met behulp van de gas-
hendel kunt u de motor sneller starten.
Druk de gashendel lichtjes in. Als u
hem te ver indrukt, zal het chokesys-
teem niet werken.
Laat de motorstartknop onmiddellijk
los zodra de motor is gestart.
Zet de chokehendel na enkele secon-
den van de uiterste stand naar een
gemiddelde stand, tot u een optimaal
motortoerental verkrijgt.
OPMERKING: Door overdreven ge-
bruik van de choke kan de motor
verdrinken en wordt het starten be-
moeilijkt. Raadpleeg de SPECIALE
PROCEDURES als dit gebeurt.
Zet de chokehendel UIT zodra de mo-
tor warm is en los de remmen.
TYPISCH
1. Stand UIT
91