12) Brandstofklep
Dit is een draaiklep met 3 standen:
OFF (uit), ON (aan), RES. Draai de wij-
zer van de knop op ON, OFF of RES.
vmo2006-005-025_a
1. Zet de wijzer in de gewenste stand
2. ON (aan)
3. OFF (uit)
4. RES. (reserve)
UIT
Stopt de brandstoftoevoer naar de car-
burator.
LET OP: Zet de klep op OFF wanneer
het voertuig niet wordt gebruikt of
wordt getransporteerd.
ON (aan)
Laat de brandstoftoevoer naar de car-
burator toe. Dit is de normale stand
wanneer u met het voertuig rijdt.
______________________
78
RES (reserve)
Wanneer de brandstof op is in de
ON-stand, kunt u de brandstofreserve
voor noodgevallen aanspreken door
de knop op RES te zetten. Deze re-
serve bedraagt ongeveer 12% van
de inhoud van de brandstoftank. Ge-
bruik deze stand alleen als er geen
brandstof meer wordt toegevoerd in
de ON-stand.
Tank zo snel mogelijk wanneer u op de
reservebrandstof rijdt. Zet de klep na
het tanken altijd terug op ON.
LET OP: Een verkeerde opening
van de brandstofklep belemmert
de brandstoftoevoer. Zorg ervoor
dat de klep volledig is geopend
wanneer u rijdt.
13) Rempedaal
Door dit pedaal in te drukken wordt de
achterrem geactiveerd. Wanneer het
wordt losgelaten moet het rempedaal
automatisch terugkeren naar zijn oor-
spronkelijke stand. Het remeffect is
afhankelijk van de kracht die op het pe-
daal wordt uitgeoefend en van het ty-
pe en de toestand van het terrein.
OPMERKING: De rem zal ook een uit-
werking hebben op de voorwielen via
de aandrijftrein.
Het rempedaal bedient enkel de ach-
terwielen. Mocht het hoofdremsys-
teem het laten afweten, dan kan de
achterrem worden geactiveerd met
het rempedaal.