Installatieprocedures - alle toepassingen
Opmerking:
stelt ACU mogelijk het RAID-niveau 6 (ADG) als standaard RAID-niveau voor. Dit
niveau biedt een hoge mate van fouttolerantie maar dit gaat sterk ten koste van de
I/O-prestaties. Voor vergelijkbare fouttolerantie maar hogere prestaties, kunt u
overwegen RAID 1+0 te gebruiken wanneer fouttolerantie is gewenst en hoge
prestaties belangrijker zijn dan bruikbare capaciteit. Bewaar RAID 6 voor situaties
waarin fouttolerantie is gewenst, maar waarin bruikbare capaciteit belangrijker is
dan prestaties.
■
24
— Over het algemeen wordt bij striping van een array over veel vaste
schijven de totale doorvoer op die array verhoogd en worden betere
I/O-prestaties geleverd, maar dit gaat ten koste van de prestaties wanneer
een array is verdeeld in verschillende LUN's. Wanneer er te veel LUN's
in dezelfde groep vaste schijfeenheden zijn, veroorzaakt dit meer
schijfzoekacties en een lagere doorvoersnelheid.
— Pas het RAID-niveau en de stripingmethode aan aan het soort gegevens
dat in het LUN zal worden opgeslagen.
Afhankelijk van het aantal schijfeenheden dat u in een array opneemt,
— Stel de verhouding tussen read-cache en write-cache in op prioriteit voor
schrijven in RAID 1-, RAID 1+0-, RAID 5- en RAID 6
(ADG)-configuraties voor het verbeteren van de niet-willekeurige
schrijfbewerkingen.
— Stel de prioriteit voor opnieuw opbouwen van de controller in op normaal
of hoog, om blootstelling tijdens het opnieuw opbouwen van een
schijfeenheid tot een minimum wordt beperkt. Beperk tijdens het
opnieuw opbouwen van een schijfeenheid de I/O-activiteiten vanaf de
aangesloten servers.
Vergeet niet om het volgende te doen nadat u de LUN's heeft geconfigureerd:
— Controleer of alle HBA-verbindingen naar de MSA worden herkend, met
inbegrip van beide paden in een multi-path-configuratie. Telkens
wanneer de MSA wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, worden alle
actieve HBA-verbindingen naar de MSA automatisch gedetecteerd en aan
de hand van hun WWPN (World Wide Port Name) geïdentificeerd. Voeg
zonodig met de hand de extra of standby-verbindingen toe.
— Stel vast welk besturingssysteem wordt gebruikt door elke
HBA-verbinding naar de MSA door het profiel (ook wel hostmodus of
hoststand genoemd) in te stellen voor elke verbinding. Stel bijvoorbeeld
bij Windows-systemen het profiel in op Windows.
HP StorageWorks 1500 Modular Smart Array – Installatiehandleiding