Stripingmethoden
Een opslagarray combineert de capaciteit van verschillende fysieke vaste schijven
tot één virtuele eenheid die een array wordt genoemd. Deze arrays worden aan het
besturingssysteem gepresenteerd als een enkele schijfeenheid. Voor de fysieke
indeling van een array zijn twee configuraties mogelijk:
■
■
In een verticale configuratie maakt een array gebruik van vaste schijven uit aparte
storage enclosures en op verschillende SCSI-bussen. In een horizontale
configuratie maakt de array gebruik van meerdere schijfeenheden binnen dezelfde
storage enclosure.
RAID-niveaus
Net als de stripingmethode bepaalt ook het toegewezen RAID-niveau de
fouttolerantie, de I/O-prestaties en de opslagefficiëntie van het LUN.
Zie
Tabel 4
Wanneer u een RAID-niveau selecteert voor een LUN, moet u rekening houden
met het type gegevens waarvoor de array zal worden gebruikt. Bijvoorbeeld:
■
■
Afhankelijk van het ingestelde RAID-niveau kunnen een of meer schijfeenheden
in een LUN defect raken zonder dat het schijfsubsysteem uitvalt.
HP StorageWorks 1500 Modular Smart Array – Installatiehandleiding
Verticale striping: deze biedt optimale fouttolerantie en prestaties, maar levert
hiervoor in op opslagefficiëntie.
Horizontale striping: deze creëert de mogelijkheid voor het maken van grote
arrays en efficiënt gebruik van de opslagcapaciteit, maar levert hiervoor in op
I/O-prestaties en het niveau van fouttolerantie.
op pagina 30 voor een vergelijking van de RAID-niveaus.
Voor tijdelijke gegevens kunt u bijvoorbeeld RAID 0 gebruiken, dat geen
fouttolerantie biedt maar wel snelle opslag van en toegang tot grote
hoeveelheden gegevens.
Voor kritieke gegevens gebruikt u een fouttolerant RAID-niveau, zoals
RAID 1, RAID 1+0, RAID 5 of RAID 6. Kies het RAID-niveau dat de
gewenste combinatie van fouttolerantie, I/O-prestaties en opslagefficiëntie
biedt.
Installatieprocedures - alle toepassingen
29