5. PROGRAMMERING
Optie
03:STOP UITLOOPM.
05:ALARM BEVESTIG
07:HERH. BEV. AL
08:VERTRAAGD 1
09:VERTRAAGD 2
10:UITSCH. TIJD
11:ALARM HERSTEL
70
Instructies voor de configuratie
De tijd voor "Exit Delay" kan verder worden ingesteld volgens de gewenste vertrekroute. De
centrale geeft u de volgende opties voor "Exit Mode":
A: "normaal" (standaard) – De uitloopvertraging is precies zoals ingesteld.
B: "herstart>opnieuw" – De vertraging herbegint wanneer de deur tijdens de
uitloopvertraging opnieuw wordt geopend. Dit is handig als de gebruiker onmiddellijk na
het weggaan terugkeert om een vergeten voorwerp op te halen.
C: "uit door uitg." – De uitloopvertraging eindigt automatisch wanneer de deur wordt
gesloten, ook als hij nog niet verstreken is.
Opties: normaal (standaard); herstart>opnieuw en uit door uitg.
Bepaal een specifieke periode waarbinnen, als 2 alarmen op elkaar volgen, het tweede als
een bevestigd alarm zal worden beschouwd (zie HERH. BEV. AL hierna).
Opties: uitschakelen; in 30/45/60 (standaard)/90 minuten
Bepaal of het systeem een bevestigd alarm zal melden.
niet melden (standaard) – Het systeem zal een bevestigd alarm niet melden.
aan+overbr. – Het systeem zal een bevestigd alarm melden en zal alle zones met open
alarm overbruggen wanneer de sirene eindigt of de bevestigingstimer verstrijkt.
wel melden – Het systeem zal een bevestigd alarm melden.
De gebruiker kan de beschermde site met twee verschillende inloopvertragingen betreden
(wanneer het systeem ingeschakeld is), via 2 specifieke deuren en routes, zonder een alarm
uit te lokken.
Na het binnenkomen moet de gebruiker de centrale uitschakelen voor de vertraging verstrijkt.
Vanaf het openen van de deur tot de 10 laatste seconden van de vertraging worden trage
pieptonen gegeven als waarschuwing. In de laatste 10 seconden volgen de pieptonen sneller
op elkaar. Locaties 1 (inloopvertraging 1) en locatie 2 (inloopvertraging 2) geven u de
mogelijkheid om de duur van deze vertraging de programmeren.
Opties: 00/15 VERTRAAGD 2 standaard)/30 (VERTRAAGD 1 standaard)/45/60 seconden;
3/4 minuten
De PowerMaster kan worden geconfigureerd om een vertraging toe te passen voor een alarm
aan de meldkamer wordt doorgegeven (niet van toepassing voor de alarmen BRAND, 24Y
STIL en NOODOPROEP). Tijdens deze vertraging werkt de sirene maar wordt het alarm niet
doorgegeven. Als de gebruiker het alarm binnen de vertraging uitschakelt, wordt het alarm
opgeheven. U kunt de functie activeren en het interval voor "Uitsch. Tijd" selecteren.
Opties: in 00/15/30(standaard)/45/60 seconden; in 2/3/4 minuten
De PowerMaster kan worden geconfigureerd om een vertraging "ALARM HERSTEL" toe te
passen dat begint bij de melding van een alarm aan de meldkamer. Als de gebruiker het
systeem binnen dit interval uitschakelt, wordt een melding "alarm herstel' naar de meldkamer
gestuurd als teken dat de gebruiker het alarm heeft opgeheven.
Opties: niet actief; in 1/5 (standaard)/15/60 minuten en in 4 uur.
D-305381 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding