1. INLEIDING
Apparaat
Instellingen van de draadloze componenten
configuratie
en de bijbehorende reacties van de centrale
kunnen vanaf de centrale of vanaf een
locatie op afstand geprogrammeerd worden.
Elk PowerG apparaat heeft zijn eigen
instellingen, welke vanaf de centrale in het
"APPARAAT INSTELLINGEN" menu
geprogrammeerd kunnen worden.
Opmerking: De minimale configuratie van
het systeem omvat één detector.
Diagnose van
Alle draadloze componenten in de installatie
de centrale en
kunnen getest worden, waarbij tevens
rand-
informatieve over de signaalsterke van ieder
apparatuur
component wordt getoond en verzameld.
Periodieke
Het systeem moet ten minste een keer per
testen
week worden getest, en na een
uitvoeren
alarmmelding. De periodieke test kan lokaal
worden uitgevoerd, of vanaf een locatie op
afstand (met de hulp van een niet-technisch
persoon op locatie).
Partities
De partities functie, mits ingeschakeld, stelt u
in staat het alarmsysteem in aparte secties te
verdelen, die ieder als een losstaand
alarmsysteem kunnen functioneren. Partities
kunnen worden gebruikt in installaties waar
delen van het pand gedeeltelijk gebruikt
worden, zoals een thuiskantoor of winkel.
2-weg
De PowerMaster maakt spraakcommunicatie
spraakcommu
met meldkamers mogelijk.
1
nicatie
Configuratie
De standaardwaarden waarmee een nieuw
sjablonen
apparaat in het systeem wordt ingeleerd,
voor
kunnen worden ingesteld voordat u
apparaten
apparaten inleert. Deze standaardsjabloon
zorgt ervoor dat apparaten sneller kunnen
worden geconfigureerd.
SirenNet –
Alle PowerG-rookmelders kunnen als sirenes
Automatische
fungeren, en alarmeren bij één of meerdere
Sirene functie
van de volgende 4 typen alarmen: brand,
m.b.v.
gas, inbraak en water.
rookmelders
In de centrale
De centrale is voorzien van een krachtige
geïntegreerde
sirene die afgaat in geval van alarm; default
sirene
is deze ingesteld op af te gaan.
Uitgangen
Via de centrale kunnen bedrade sirenes en
bedrade
flitsers worden aangesloten.
sirene
1
Alleen PowerMaster-30 G2 met spraakoptie
4
Apparaten configureren vanaf de centrale: zie
Hoofdstuk 5 Programmering en de installatie-
instructies van het apparaat.
Instellingen van draadloze componenten op
afstand programmeren: zie de PowerManage
handleiding, Hoofdstuk 3 Centrale programmering
en de Remote Programmer PC
Gebruikershandleiding, Hoofdstukken 6 en 7.
Diagnose uitvoeren en signaalsterkte tonen: zie
Hoofdstuk 5.9 Diagnostiek
Looptest lokaal starten: zie Hoofdstuk 6
Periodieke test
Looptest op afstand starten: zie de Remote
Programmer PC software Gebruikershandleiding,
Hoofdstuk 6 Data Details Tabellen.
1. Partitiefunctie inschakelen: zie sectie 5.13
Partities
2. Partitietoewijzing instellen voor elk apparaat:
zie sectie 5.4.2 Nieuwe draadloze apparaten of
bedrade sensoren toevoegen
Als u meer wilt weten over de partitiefunctie: zie
BIJLAGE B. Werken met partities en BIJLAGE B. in
de gebruikershandleiding.
Om 2-weg spraak in te schakelen en te
configureren: zie sectie 5.6.4 Configureren van
doormeldingen naar meldkamers
1. Standaardwaarden voor apparaten definiëren:
zie sectie 5.4.7 Standaard (default) waarden voor
apparaten instellen
2. Apparaten (vooraf) inleren: zie sectie 5.4.2
Nieuwe draadloze apparaten of bedrade sensoren
toevoegen
SirenNet voor elke rookmelder instellen en
configureren: zie de SMD-426 PG2 / SMD-427
PG2 Installatie instructies
Definiëren of de sirene van de centrale al dan
niet afgaat in geval van alarm: zie sectie 5.5.5
Sirene functies instellen
Bedrade sirene installeren en aansluiten: zie
aansluitschema 4.9 Optionele Expansiemodule
montage
D-305381 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding