5. PROGRAMMERING
41:PROTOCOL
De PowerMaster kan geprogrammeerd worden om events, gedefinieerd in de Meldingen optie
(optie 01) door te melden naar twee meldontvangers via de PSTN telefoonlijn en/of het GSM
analoog spraakkanaal (indien uitgerust met GSM module), met gebruik van standaard PSTN
alarmformaten (d.w.z. SIA, Contact-ID en Scancom).
Kies welk protocol het systeem zal gebruiken voor het doormelden aan de twee meldontvangers
PAC TEL. 1 en PAC TEL. 2. De Event Codes gebruikt voor het rapporteren in elk van de
beschikbare protocols worden gespecificeerd in BIJLAGE D. Eventcodes.
Verzeker dat de ontvangers gebruikt door de Meldkamers van de toepasbare modellen,
hieronder weergegeven, zijn, en dat de gebruikte ontvanger het protocol dat u selecteert kan
ontvangen.
Enkel
Opties: SIA (standaard); Scancom; SIA-text en Contact ID.
Hoofdinstallateur
Definieer hoe vaak het systeem een alarm melding aan het meldkamernummer probeert door te
46:PSTN POGINGEN
melden.
Opties: 2 pogingen; 4 pogingen (standaard); 8 pogingen; 12 pogingen en 16 pogingen.
Definieer hoe vaak het systeem een alarm melding aan het meldkamernummer probeert door te
47:GSM POGINGEN
melden via een draadloze (GPRS (IP), GSM en SMS) verbinding.
Opties: 2 pogingen; 4 pogingen (standaard); 8 pogingen; 12 pogingen en 16 pogingen.
1
48:IP POGINGEN
Definieer hoe vaak het systeem een alarm melding aan het meldkamernummer probeert door te
melden via de breedbandverbinding.
Opties: 2 pogingen; 4 pogingen (standaard); 8 pogingen; 12 pogingen en 16 pogingen.
Om een goed communicatiekanaal te verifiëren, kan de PowerMaster worden geconfigureerd
51:TEST CYCLUS
om periodiek via PSTN een testevent naar de meldkamer te verzenden. U kunt het interval
tussen de opeenvolgende testevents instellen of de automatische verzending van deze event
geheel uitschakelen. Als het interval ten minste voor elke dag is ingesteld, kan het precieze uur
voor de melding worden geselecteerd met optie 52.
Opties: test UIT (standaard); test 1/2/5/7/14/30 dag(en); en elke 5u.
Voer de exacte tijd in (autom. testtijd) voor de dag waarop de testmelding (indien ingeschakeld
52:AUTO TST TIME
in optie 51) naar de Meldkamer zal worden gestuurd.
Opmerking: Indien het AM/PM format gebruikt wordt, kunt u het "AM" cijfer instellen met de
toets
Bepaal of een storing in één van de communicatie kanalen ( PSTN of GSM/GPRS) al dan niet
53:LIJNUITVAL
doorgemeld zal worden en de tijdsvertraging tussen het detecteren van het falen en het
PSTN FOUT
rapporteren van de storing aan de Meldkamer. Een storing (d.w.z. "tel lijn storing" of "GSM lijn
GSM/GPRS FOUT
storing") zal opgeslagen worden in het event log.
(Terugkeren)
Voorheen bekend als
Opties "PSTN": direct (standaard); na 5/30/60/180 minuten; en niet melden.
"LIJN STORING
Opties "GSM/GPRS": na 2/5/15/30 minuten en niet melden (standaard).
MELDING"
61:VERIFICATIE
1
IP pogingen is niet relevant voor UL-installaties
54
en het "PM" cijfer met de toets
Bepaal of het systeem 2 opeenvolgende events (bevestigd alarm) binnen een specifiek
tijdsinterval zal melden, of schakel het rapport in en overbrug de melder.
Opties: herh. uitgesch. (standaard); herh. in +overbr. en herh. ingesch.
Opmerking: Bij sommige varianten van de PowerMaster worden deze menu's alleen in
Operationele modus weergegeven (zie sectie 5.14).
.
D-305381 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding