5. PROGRAMMERING
Optie
5.5.7 Configureren van Storing en Supervisie (Ontbrekend apparaat)
De volgende tabel geeft u een gedetailleerde beschrijving van elke optie en de mogelijke Opties. Om een optie te
selecteren en zijn instelling (configuratie) te veranderen – raadpleeg sectie 5.5.1.
Optie
61:JAM DETECTIE
62:SUPERVISIE
63:NIET GEREED
46
Configuratie instructies
U kunt de Screensaver activeren en bepalen of het status scherm zal hervatten na elke
toetsaanslag (tekst met toets) of door het invoeren van een code (tekst met code). Indien
tekst door toets wordt gekozen, zal het eerste indrukken van een willekeurige toets (behalve
Brand en Noodsituatie) het status scherm tonen en de tweede druk zal de toetsfunctie
uitvoeren. Met betrekking tot de Brand en Noodsituatie toetsen, zal de eerste toets druk zowel
het status scherm tonen en ook de Brand / Noodsituatie functie uitvoeren.
U kunt ook bepalen dat, indien er gedurende meer dan 30 seconden geen toets wordt
ingedrukt, de datum en tijd op het scherm verschijnt. U kunt bepalen dat het normale scherm
zal terugkeren na op de toets
gebruikerscode (Klok met code) of na het drukken op welke toets dan ook (Klok met toets).
Zie Gebruikershandleiding Hoofdstuk 1 "Screensaver Mode" voor verdere informatie.
Opties: UIT (standaard); Tekst met code; Tekst met toets; Klok met code; Klok met toets.
Opmerking:
1. Om te voldoen aan de EN vereisten, moet "tekst met code" worden geselecteerd.
2. Voor de toetsen Brand en Noodsituatie zal de eerste druk op de toets de status tonen en
tegelijkertijd de Brand/Noodfunctie uitvoeren.
Configuratie instructies
Definieer of een storing (voortdurend storende transmissies op het radio netwerk)
gedetecteerd en gerapporteerd zal worden of niet. Indien een van de storing detectie opties
geselecteerd wordt, zal het systeem inschakelen in storingstoestand, niet toelaten. De
PowerMaster voorziet verschillende storing detectie en rapportage opties om te voldoen aan
de volgende normen:
Opmerking: Een storing wordt aangeduid met het bericht "RF jamming" op het display van
de centrale.
Optie
Norm
UL 20/20
USA
EN 30/60
Europa
Klasse 6
Britse
(30/60)
Norm
uit
(Standaard)
Opmerkingen:
Om te voldoen aan de UL vereisten dient "UL 20/20" geselecteerd te
worden.
Om te voldoen aan de EN vereisten dient "EN 30/60" geselecteerd te
worden.
Om te voldoen aan de UK Klasse-6 vereisten dient "klasse 6 (30/60)"
geselecteerd te worden.
Definieer het tijdsinterval voor ontvangst van de supervisie (keep alive) signalen van de
verschillende draadloze melders. Als er een apparaat niet tenminste éénmaal binnen het
geselecteerde tijdsinterval rapporteert, wordt er een "SUPERVISIE" waarschuwing
doorgemeld.
Opties: na 1/2/4/8/12 (standaard) uur; en uit.
Opmerking: Om te voldoen aan de EN vereisten, moet er 1 uur of 2 uur geselecteerd
worden.
Definieer of er in het geval van een supervisie probleem (d.w.z. apparaat is "vermist" – zie
"62: SUPERVISIE") het systeem zal blijven werken als normaal of de systeem status "Niet
Gereed" zal worden (bij supervisie) getoond zolang de supervisie problemen zich voordoen.
Opties: normaal (standaard) en bij supervisie.
te drukken, gevolgd door het ingeven van de
Detectie en Rapportage gebeuren wanneer:
Er is voortdurend een storing van 20 seconden
Er is een storing van 30 seconden cumulatief binnen 60
seconden
Zoals EN (30/60) maar de event zal enkel gerapporteerd
worden als de duur van de storing langer is dan 5
minuten.
Geen storing detectie en rapportage.
D-305381 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding