Download Print deze pagina

Visonic PowerMaster-10 G2 Installatiehandleiding pagina 6

Verberg thumbnails Zie ook voor PowerMaster-10 G2:

Advertenties

Bedrade
Op de centrale kunnen bedrade detectoren
zones en
en externe apparaten via de
programmeer
programmeerbare uitgangen aangesloten
bare PGM
worden.
uitgangen
Rapporteren
Het PowerMaster systeem kan zo worden
aan privé
geprogrammeerd dat het alarmmeldingen
gebruikers
verzendt naar 4 verschillende privé
en/of
telefoonnummers en SMS berichten naar 4
meldkamer
GSM nummers, en deze events aan de
per telefoon,
meldkamer rapporteert via SMS, PSTN of IP-
SMS en IP-
communicatie.
communicatie
(IP-communicatie niet actief in UL
apparaten).
Snelle
Bij PowerG apparaten hoeft de centrale niet
installatie met
te worden geraadpleegd als er een
indicatie van
draadloos apparaat wordt gemonteerd,
signaal
omdat PowerG apparaten over een
sterkte
ingebouwde indicator voor de signaalsterkte
beschikken. De montagelocatie kan snel en
eenvoudig worden bepaald.
Component
Zorgt ervoor dat de component die in het
Locator
display getoond wordt, eenvoudig te vinden
is.
Sleutelkluis
PowerMaster kan een kluis met sleutels
bewaken
bewaken die alleen toegankelijk is voor de
bewaker ter plekke of door de meldkamer bij
een alarm.
Sleutelschake
Een extern systeem kan het inschakelen en
laar
uitschakelen van het PowerMaster systeem
regelen
Opmerking: Meldkamer betekent niet-geëvalueerd door UL.
D-305381 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding
1. Een bedrade zone of PGM-apparaat
aansluiten: zie sectie 3.6 Bedrade zone of PGM
toevoegen
2. De bedrade zone programmeren: zie sectie
5.4.2 Nieuwe draadloze apparaten of bedrade
sensoren toevoegen
3. Aansturing van PGM-uitgangen
programmeren: zie sectie 5.7 PGM uitgang
Meldingen aan privénummers configureren: zie
de PowerMaster-10/30 G2 Gebruikershandleiding,
Hoofdstuk 6, sectie B.12 Privé telefoon en SMS
meldingen programmeren
Rapportage aan de meldkamer configureren: zie
sectie 5.6.4 Configureren van doormeldingen aan
meldkamers
Zie Hoofdstuk 2 De installatielocatie bepalen om de
meest ideale montage locatie van de draadloze
component te bepalen.
Voor uitleg over de Component Locator functie:
zie PowerMaster-10/30 G2 Gebruikershandleiding,
Hoofdstuk 2, PowerMaster systeem bedienen
Om de Component Locator te gebruiken bij het
overbruggen van een zone: zie PowerMaster-
10/30 G2 Gebruikershandleiding, Hoofdstuk 6,
sectie B.1 Het Zone overbruggingschema instellen.
Om de Component Locator te gebruiken bij het
uitvoeren van de periodieke test: zie Hoofdstuk 6
Periodieke test, of de PowerMaster-10/30 G2
Gebruikershandleiding, Hoofdstuk 8 Systeem testen
1. Een kluis op de centrale aansluiten: zie sectie
3.6 Optionele Expansiemodule montage, Figuur
3.6b (PowerMaster-10 G2) / sectie 4.9 Optionele
expansie module, Figuur 4.9b (PowerMaster-30 G2)
2. Het zonetype van de kluis configureren als
"bewakerzone": zie sectie 5.4.2 Nieuwe draadloze
apparaten of bedrade sensoren toevoegen
3. Bewakercode instellen: zie sectie 5.3 Installatie
codes instellen
1. De uitgang van het externe systeem op de
centrale aansluiten: zie sectie 3.6 Bedrade zones
of het PGM apparaat aansluiten, Figuur 3.6b
(PowerMaster-10 G2) / sectie 4.9 Optionele
expansie module, Figuur 4.9b (PowerMaster-30 G2)
1. INLEIDING
5

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Powermaster-30 g2