5. PROGRAMMERING
5.5.2 Configureren van inschakel/uitschakel- en in-/uitloop procedures
De volgende tabel geeft u een gedetailleerde omschrijving van elke optie en de mogelijke instellingen. Om een optie te
selecteren en zijn configuratie te veranderen – raadpleeg sectie 5.5.1.
Optie
Configuratie instructies
01:VERTRAAGD 1
Twee verschillende inloopvertragingen laten de gebruiker toe een beschermde plaats binnen te
gaan (terwijl het systeem aan staat) via specifieke toegangsdeuren en routes zonder een alarm
02:VERTRAAGD 2
te veroorzaken.
Na het binnenkomen, moet de gebruiker de centrale uitschakelen voordat de inloopvertraging
verloopt. Trage waarschuwingspiepjes beginnen te klinken zodra er ingeschakeld is, tot de
laatste 10 seconden van de vertraging, waarin het tempo van het piepen toeneemt. De
"VERTRAAGD 1" en "VERTRAAGD 2" opties laten u toe de tijd lengte van deze vertragingen te
programmeren.
Opties: 00 seconden; 15 seconden (standaard voor inloop vertraging 2); 30 seconden
(standaard voor inloop vertraging 1); 45 seconden; 60 seconden; 3 minuten en 4 minuten.
Opmerkingen:
03:UITLOOPTIJD
Met deze optie kunt u de tijd lengte van de uitloopvertraging programmeren. Een
Uitloopvertraging laat de gebruiker toe het systeem in te schakelen en de beschermde plaats te
verlaten via specifieke routes en toegangsdeuren zonder een alarm te veroorzaken. Trage
waarschuwingspiepjes beginnen te klinken zodra er ingeschakeld is, tot de laatste 10 seconden
van de vertraging, waarin het tempo van het piepen toeneemt.
Opties: 30 sec., 60 sec. (standaard), 90 sec., 2 min., 3 min. en 4 min.
De "Uitloopvertraging" tijd kan verder aangepast worden volgens uw verkozen uitlooproute. De
04:UITGANGSMODE
centrale geeft u de volgende "UITGANGSMODE" opties:
A: "normaal" – De uitloopvertraging is precies zoals gedefinieerd.
B: "opnieuw+ deel" – De uitloopvertraging herstart wanneer de deur opnieuw geopend wordt
C: "herstart>opnieuw" – De uitloopvertraging start opnieuw wanneer de deur opnieuw
D: "uit door uitg." – De uitloopvertraging verloopt (eindigt) automatisch wanneer de
Opties: normaal (standaard); opnieuw+deel; herstart>opnieuw en uit door uitg.
Opmerking: Bij sommige varianten van de PowerMaster worden deze menu's alleen in
operationele modus Operationele modusweergegeven (zie sectie 5.14).
Definieer of de gebruiker wel of niet toegestaan is om DIRECT inschakelen te gebruiken of niet.
05:DIRECT INSCH.
Als direct inschakelen is ingeschakeld, vraagt de centrale geen gebruikerscode in te voeren
indien het systeem ingeschakeld wordt.
Opties: Dir. Insch. UIT (standaard) en Dir. Insch. AAN.
Definieer of de gebruiker wel of niet toegestaan is individuele zones handmatig te overbruggen,
06:OVERBRUGGEN
of dat het systeem automatisch open zones overbrugt (d.w.z. "geforceerd inschakelen").
Indien een zone open is en "geforceerd inschakelen" niet toegestaan is, mag het systeem niet
ingeschakeld worden en zal er "NIET GEREED" worden getoond. Indien "geen overbruggen"
geselecteerd wordt, is noch handmatig omzeilen noch geforceerd inschakelen toegestaan, wat
betekent dat alle zones gesloten moeten zijn voor dat er ingeschakeld kan worden.
Opties: geen OVB (standaard); geforceerd aan en handmatig OVB.
40
1. Bij sommige varianten van de PowerMaster worden deze menu's alleen in
operationele modusOperationele modus weergegeven (zie sectie 5.14).
2. Om te voldoen aan de EN vereisten, mag de inloopvertraging niet langer
zijn dan 45 sec.
tijdens de uitloopvertraging. Als er geen deur werd geopend tijdens de uitloopvertraging
"TOTAAL", wordt de centrale ingeschakeld als "DEEL".
geopend wordt tijdens de uitloopvertraging. De herstart vindt slechts eenmaal plaats. Het
herstarten van de uitloopvertraging is handig wanneer de gebruiker onmiddellijk na het naar
buitengaan terug naar binnen loopt om iets te halen wat hij/zij achtergelaten heeft.
buitendeur gesloten is zelfs als de gedefinieerde uitloopvertraging tijd niet volledig was
afgelopen.
D-305381 PowerMaster-10/30 G2 Installatiehandleiding