Inbedrijfstelling
6 Inbedrijfstelling
Vóór de inbedrijfstelling dient gecontroleerd te worden of aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• Het deksel van de behuizing is goed vastgeschroefd.
• De AC-(net)kabel is correct aangesloten.
• De DC-kabels (PV-strings) zijn volledig aangesloten.
• De niet benodigde DC-connectors aan de onderkant van de behuizing zijn afgesloten met
behulp van de afsluitkappen.
• De Electronic Solar Switch (ESS) is correct aangesloten.
• De leidingbeveiligingsschakelaar is correct geconfigureerd.
Handelwijze bij de inbedrijfstelling
1. De leidingbeveiligingsschakelaar inschakelen.
2. Aan de hand van de LED-indicatie en de tabel op
de volgende pagina controleren of de Sunny Boy
zich in een storingsvrije en zinvolle bedrijfstoestand
bevindt. Als dit het geval is, is de inbedrijfstelling
met succes uitgevoerd.
26
SB3300TLHC-INL094121
SMA Solar Technology AG
Aan
Bedrijf (groen)
Aardlek (rood)
Storing (geel)
Installatiehandleiding