1.6.4 Het gebruik van Boodschapopname (Ingebouwde eenvoudige gespreksopname [SVM])
Bedieningsnr.
#
6
#
8
#
9
De bovenstaande bedieningsnummers kunnen zijn gewijzigd. Raadpleeg uw systeemprogrammeur indien
nodig.
•
Behalve de bellerinformatie, die in het Gesprekslog wordt vastgelegd, wordt de volgende SVM-
loginformatie vastgelegd bij boodschappen die door bellers worden ingesproken.
–
Naam van de beller
–
Telefoonnummer van de beller
–
Starttijd van de opname
–
Status van de Boodschapopname
–
"Nieuw" verschijnt op het display voor boodschappen die nog niet zijn beluisterd.
–
"Oud" verschijnt op het display voor boodschappen die al zijn beluisterd.
Houd rekening met het feit dat de informatie op het display anders kan zijn en afhankelijk is van de funk-
tie en het soort toestel dat wordt gebruikt. Alleen op PT's met een 6-regelig display kunnen alle boven-
staande informatie zien.
•
U kunt de weergave van het SVM-log uitschakelen met behulp van een PIN (Persoonlijk Identificatie
Nummer)-code om te voorkomen dat andere gebruikers de informatie bekijken en uw boodschappen be-
luisteren (Displayblokkering). Zie "3.1.2 Instellen via de Programmeermodus".
•
Als uw telefoon een "Boodschap voor ander toestel"-toets heeft, kunt u de berichtenlijst van een ander
toestel openen en boodschappen voor dat toestel beluisteren.
•
Als een nieuwe boodschap is ingesproken in uw berichtenlijst, zal u via de hoorn kiestoon 4 horen. Bo-
vendien, als uw telefoon een Boodschap toets of Boodschap/Belsignaal indicator heeft, zal de bijbehoren-
de toets of lamp gaan branden wanneer een boodschap is ingesproken.
Kiestoon 4
1 s
Rechtstreeks naar de berichtenlijst van een ander intern toestel om een
boodschap in te spreken (voer het gewenste toestelnummer in.)
Als u niet binnen de vastgestelde tijd het gewenste toestelnummer intoetst,
speel het bericht dan vanaf het begin opnieuw af. Als u een verkeerd toe-
stelnummer invoert, zal u en herkiestoon horen.
Uw begroeting beluisteren en een boodschap opnemen in uw eigen berich-
tenlijst
Het gesprek beëindigen
Functies
Gebruiksaanwijzing
119