Opbouw en werking
5.13
Bedieningscomputer / bedieningsterminal ISOBUS
5.14
Bluetooth-verbinding
Voor een Bluetooth-verbinding moet de
Bluetooth-adapter op de machinecomputer of op
de diagnosestekker worden aangesloten.
Zie voor de Bluetooth-koppeling de handleiding
software Isobus.
60
Bij het gebruik van de machine is het verplicht, de handleiding van de
bedieningsterminal en de handleiding van de software van de
machinebediening aan te houden!
Met de bedieningscomputer / bedieningsterminal kan de machine
comfortabel worden aangestuurd, bediend en gecontroleerd.
Het instellen van de strooihoeveelheid vindt elektronisch plaats.
De voor een bepaalde strooihoeveelheid vereiste schuifstand wordt
bepaald door een mestkalibratie.
Afb. 25
ZA-V BAG0087.16 08.23