Oliepeil controleren
De omgeving van de oliepeilstok (1) grondig reinigen.
De oliepeilstok (1) uittrekken, reinigen en volledig inschuiven. Voor het reinigen van de
oliepeilstok een pluisvrije doek gebruiken.
De oliepeilstok (1) eruit trekken en oliepeil controleren.
ð Wanneer het motoroliepeil tussen de markeringen "min." en "max." wordt aangegeven:
De oliepeilstok (1) erin schuiven.
ð Wanneer het oliepeil onder de markering "min." wordt aangegeven:
de olie via de vulboring bijvullen.
Het oliepeil controleren.
Olie verversen
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
De oliepeilstok (1) eruit draaien.
De aftapschroef (2) demonteren en de olie aftappen.
De aftapschroef (2) monteren, aandraaimoment
Nieuwe olie via de vulboring bijvullen.
Het oliepeil controleren.
29.5
Walsdrijfwerk onder onderhouden
LET OP
Schade aan aandrijving door verkeerde oliehoeveelheid
Wanneer de invoer bij de controle motoroliepeil en bij de olieverversing niet horizontaal staat,
bestaat gevaar dat zich er te veel of te weinig olie in de aandrijving bevindt.
Controleer of het deksel van de intrekbehuizing bij de controle motoroliepeil en bij de
olieverversing horizontaal staat.
BX001-328
De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig
uitvoeren" in acht nemen,
Oliepeil controleren:
Het oliepeil moet tot aan midden van het kijkglas (2) reiken.
BiG X 780
Originele handleiding 150000767_05_nl
zie
zie
Pagina 36.
Onderhoud – transmissie
Walsdrijfwerk onder onderhouden
Pagina 430.
29
29.5
543